78

“Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind.” Hier ziet u de definitie van een kind. Een kind is: hij spreekt als een kind, hij voelt als een kind en hij overlegt als een kind. Eens? U ziet hier, in 1 Korintiërs 13:11, vier keer het woord ‘kind’ als vertaalwoord van het Griekse woord ‘nēpios’. Nu komt dit woord ‘nēpios’ nog een keer in deze brief voor. En wel in 1 Korintiërs 3:1. “En ik, broeders, kon niet tot u spreken als tot geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondigen in Christus.” ‘Onmondigen’ is hier het vertaalwoord voor het Griekse woord ‘nēpios’. Een ‘nēpios’ is dus een onmondig kind. En wat is het kenmerk van een onmondig kind? Een onmondig kind denkt niet zelf na, maar er wordt voor hem gedacht. ‘Kleed je aan!’ ‘Snuit je neus!’ ‘Geef die meneer een handje!’ ‘Zeg eens dank u wel tegen die mevrouw!’ En nou zegt u: ‘Ja, dus …’ Nou, kijk, toen ik deze presentatie aan het voorbereiden was, heb ik verschillende mogelijkheden overwogen om mijn boodschap aan u over te brengen. Ik heb er over nagedacht om het heel elegant te doen. Met een strikje erom heen. Om het heel voorzichtig te doen. De ruwe kantjes eraf te slijpen. Een omweg te maken. Een anekdote te vertellen. En eergisteren stond ik onder de douche. En toen liet de Heer mij de heerlijkheid van Zijn Woord zien. En toen moest ik onbedaarlijk huilen. 84

79 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication