86

volgende zin: “… verkoopt uw bezittingen om aalmoezen te geven.” Dat is dezelfde zin. Dat is dezelfde gedachte. Want als u het Koninkrijk wilt hebben, zult u ook uw bezittingen moeten verkopen, om aalmoezen te geven. Weet u wat dat betekent? Dat betekent dat u uw huis, dat de laatste jaren zo prettig in waarde gestegen is, moet verkopen. En de opbrengst moet schenken aan de weeskinderen in India. Dat betekent dat u uw nieuwe stationcar met die mooie getinte ramen en dubbele airbags moet verkopen en de opbrengst aan Wycliffe medewerkers in Nieuw-Guinea moet geven. En dan zegt u: ‘Ho, ho, broeder, dat vraagt God niet van mij.’ Dacht u dat? Dan lijkt u op een kleuter, die bij de Heer Jezus aan tafel zit. En de Heer heeft voor u twee boterhammen klaargemaakt. Een met jam en een met kaas. En u eet eerst de boterham met jam op. En u zegt: ‘Heerlijk, dank u wel, Heer.’ En dan ligt de boterham met kaas nog op uw bordje. En de Heer zegt vriendelijk tegen u: ‘Dóór eten.’ En u zegt tegen Hem: ‘Nee, Heer.’ En dan vraagt Hij: ‘Waarom niet?’ En u zegt: ‘Heer, ik zit vol.’ En dan zegt Hij, vriendelijk als altijd: ‘Je moet wel je bord leeg eten.’ En dan begin je te jammeren. Je zegt: ‘Maar Heer, dat is een boterham met kaas.’ En dan zegt Hij: ‘Nou, en?’ En dan zeg je, bijna huilend: ‘Maar Heer, ik lust geen kaas.’ Weet u wat kinderachtig is? Als de Heer u, volgens Efeziërs 1:3, met alle zegeningen in de hemelse gewesten in Christus zegent, en dat je dan een bordje boven je bed hangt met de tekst: “Ik heb u in mijn handpalmen gegrift.” 92

87 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication