90

‘Ja,’ zegt u, ‘maar de satan is toch een gevallen engel?’ Waar staat dat in de Schriften, broeders? Dat satan een gevallen engel is? Nou, zegt u, Ezechiël … Ja, u bedoelt zeker Ezechiël 28. Daar kunnen we heel kort even naar kijken. Dat is beslist geen gemakkelijke stof. Misschien kan onze broeder, de Bereeër, daar nog eens een bijbelstudie over geven. Maar goed, ik laat u een paar zinnetjes zien, waar ik toch zo mijn twijfels over heb, of hier over de satan gesproken wordt. Dit tekstgedeelte in Ezechiël wordt, om te beginnen, in twee stukken verdeeld. Vers 1-10 over de vorst van Tyrus. En vers 11-19 over de koning van Tyrus. Nou, zegt u, dat is toch hetzelfde: vorst of koning. Dat staat nog te bezien. Tegen de vorst van Tyrus wordt gezegd in vers 2: “… terwijl gij een mens zijt en geen god …” Tegen de koning van Tyrus wordt gezegd: “Gij waart een beschuttende cherub …” Uiteraard met vleugels, want een cherub heeft vleugels. Boodschappers niet … Wat je ook over deze teksten kunt zeggen, je moet er heel voorzichtig mee zijn en het heel grondig bestuderen. We kunnen er in ieder geval één ding over zeggen: dat, als je zegt dat Ezechiël 28 over de satan spreekt, dan de satan òf een gevallen mens is, òf een gevallen cherub. Maar geen gevallen ‘engel’. Ja, broeder, zegt u, maar de satan komt toch als ‘een engel des lichts’. Nee, broeder, de satan komt als een boodschapper van ‘het licht’. En dáárom hebben wij Bereeërs nodig. Die in de Schriften nagaan of deze dingen wel zo zijn. 96

91 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication