98

We kregen in die kerk eerst de gezangen en het andere ritueel. En toen maakte de voorganger zich gereed om zijn preek af te steken. En wat behandelde hij? Hij zei: ‘Ik heb mij de afgelopen week met een moeilijk onderwerp bezig gehouden, namelijk: dat je alles moet verkopen wat je bezit, en aan de armen moet geven, en dat je dan pas de Heer kunt gaan volgen.’ Ik kon mijn oren niet geloven. Deze voorganger wist niets van mijn situatie af. En toen kwam Gods knipoog. De voorganger zei: ‘Iedereen weet dat hij dit moet doen. Maar niemand doet het.’ Ik ben niet opgestaan. Ik heb niet hard door de kerk geroepen: ‘Maar ik wel.’ Weet je wat er gebeurde? Mijn zenuwen vielen zo maar van mij af. De Heer zei tegen mij: ‘Maak je niet druk, jongen. Het komt helemaal goed. We doen het toch sámen …’ Begrijp je? Dat is vertrouwelijke omgang. Let even op. Achteraf gezien, hóefde ik niet alles te verkopen. Dat is een heel ander verhaal. Maar, toen, in die tijd, was ik er volledig van overtuigd dat ik dat moest doen. En iedereen zei: ‘Je bent hartstikke gek, man. Je hebt een gaatje in je kop.’ Weet u wat God zei? ‘Goed gedaan, jochie.’ En toen ben ik met mijn levende have verder getrokken. Ik zal u daar verder niet mee vermoeien. Maar een paar maanden later kwamen we in een gehucht in Drenthe terecht. We mochten – bij afwezigheid van de eigenaar – daar gratis verblijven. 104

99 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication