15

‘opnieuw gedaan’ door het getuigenis aangaande de opgestane Messias eveneens te verwerpen. Desalniettemin lees je in het boek Handelingen, dat daar een enorm grote getuigenis was ontstaan in het Joodse land. Handelingen 21 geeft aan dat er tienduizenden Jezus-als-Messiasbelijdende Joden waren in het land. Ook het volgende staat er nog bij (dat zegt Jakobus, die min of meer als de leider van dat gezelschap diende): “ze waren allemaal ijveraars van de wet”. Ze hielden de sabbatten en de besnijdenissen en de gebruiken; dat was voor hen volkomen vanzelfsprekend. Nu, die tienduizenden belijders kwamen onder grote druk te staan, want er was een enorme tweespalt in het jodendom in die dagen. Namelijk: is Jezus de Messias: ja of nee? En de overgrote meerderheid verwierp hem. Maar nu kwamen de belijders ook werkelijk onder druk te staan. Er zijn heel veel passages in het Nieuwe Testament die daarover gaan. Maar ook in de ongewijde geschiedenis worden hieromtrent verklaringen gegeven; vooral van Flavius Josephus, een RomeinsJoodse geschiedschrijver en hagiograaf van priesterlijke en koninklijke afkomst, die een uitgebreide beschrijving gaf over hetgeen er gebeurde in de jaren 60 van de eerste eeuw. Vlak voorafgaand aan de verwoesting van Jeruzalem heeft een enorme Joodse opstand plaatsgevonden. En het volk, diegenen die de Messias beleden, werden onder druk gezet. 20

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication