10

jaren na de schepping van de mens. Het idee is vaak dat men zegt: ‘Mensen zouden de wet moeten houden, want dat zijn universele leefregels en instructies. Dat is de gebruiksaanwijzing voor hoe mensen behoren te functioneren.’ Maar dat is helemaal niet zo. Als dat zo was dan had God de wet wel aan Adam gegeven, maar dat deed Hij niet. Hij gaf hem pas 2500 jaar later aan Israël, op de berg Sinaï. En dan laat Paulus ook nog zien: tot op een bepaalde tijd. Beamen wat God belooft Een man als Abraham leefde niet onder de wet, maar hij had Gods belofte. De aartsvaders Abraham, Isaak en Jakob leefden allemaal met Gods belofte en niet anders. Abraham leefde honderden jaren voor de wet, om precies te zijn 430 jaar. Dat is het getal dat ook in de Galaten-brief wordt genoemd, voordat de wet op de berg Horeb aan Mozes gegeven werd en, via Mozes, aan het volk Israël. Van Abraham lees je dat hij gerechtvaardigd werd (Genesis 15:6). Dat zegt Paulus ook in Galaten 3:6. Hij beroept zich hierop en hij legt het uit aan de hand van de Schriften (de toenmalige Schriften, de Tenach). Hij schrijft dan: “Aan Abraham werd ooit de belofte gedaan”. Hij werd op een nacht naar buiten geleid en gewezen op de sterrenhemel. Dan krijgt hij dit woord te horen: zo zal jouw zaad – jouw nageslacht – zijn, als het getal van de sterren des hemels”. Dus we treffen hier een heidense Abraham (destijds was zijn naam nog: Abram) – iemand die uit Ur der Chaldeeën ‘geplukt’ was, om zo te zeggen – in een heidense omgeving. 12

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication