14

Psalm 110, vers 4: “Gij zijt priester voor eeuwig …”. Hier wordt de Messias aangesproken, de Zoon van David. Letterlijk staat er “tot in de eeuw”, anders gezegd: “tot in de aeon2 naar de ordening van Melchisedek”. Dat is de tweede keer dat we Melchisedek tegenkomen in de Bijbel, 1000 jaar later. Hier vinden we meteen dat de figuur van Melchisedek een sterke Messiaanse lading krijgt. Wat dit betekent, komen we later tegen in de Hebreeën-brief. Van de Messias wordt gezegd dat Hij de Koning is. Hij zal heersen te midden van Zijn volk en Hij zal over vijanden triomferen. Maar Hij is méér dan alleen Koning, want Melchisedek was ook priester. Koning-priester en vandaar dat hier staat: “naar de ordening van Melchisedek”. In Israël was het uitgesloten dat een koning ook een priester was. Een priester kwam altijd uit de stam Levi, terwijl een koning per definitie uit de stam Juda kwam, zodat koningschap en priesterschap nooit in één persoon verenigd konden zijn. Een koning was geen priester en een priester was geen koning. Maar de Messias die ooit zou komen – op wat voor wijze wordt hier nog niet gezegd – zou niettemin niet alleen maar Koning zijn, Hij zou ook Priester zijn. 18

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication