7. Priester, krachtens onvernietigbaar leven Heel hoofdstuk 7 van de Hebreeën-brief gaat over Melchisedek en waarom hij zo’n prachtig type is van onze Heer, Jezus Christus. In Hebreeën 7:15-16 staat: “En nog veel duidelijker wordt het, als naar het evenbeeld van Melchisedek een andere priester opstaat, die dit niet geworden is krachtens een wet met een voorschrift betreffende vleselijke (afkomst), maar krachtens een onvernietigbaar leven.” Het is heel plechtig geformuleerd, maar merkt u op wat hier staat? Een priester onder Israël werd priester omdat hij uit de stam van Levi kwam of, meer speciaal, uit het geslacht van Aäron. Het was een kwestie van vleselijke afkomst; als je dat geslachtsregister had, kon je aanspraak maken op het priesterschap. Maar van Melchisedek lees je geen geslachtsregister, niet wie zijn vader was, of zijn moeder, dat wordt niet vermeld. De Heer Jezus Christus is Koning-Priester naar de ordening van Melchisedek. Waarom? Omdat Hij het niet is geworden krachtens Zijn afkomst. Krachtens Zijn afkomst was Hij Koning, want de Heer Jezus is uitdrukkelijk een nakomeling van Juda; uit de stam van Juda, de koningsstam, de stam aan wie de scepter ooit was toevertrouwd. Meer speciaal, Hij was de Zoon van David, Hij kwam uit de dynastie, het koningshuis van David. Dat was wat Zijn geslachtsregister inhield. 25
21 Online Touch Home