44

De Monster Meester Grimhaldt was een tovermeester van vele monsters. Zijn grote vijand was Aswaldt, de koning der skeletten. Grimhaldt was in zijn toverkamer de meest verschrikkelijke drankjes aan het brouwen. Grimhaldt had een heleboel schatten verborgen onder de aarde die bewaakt werden door wachters die eruit zagen als voeten : grote voeten en kleine voeten. Het was een vreemd ras wat hij ooit eens verslagen had, en sindsdien moesten zij zijn schatten bewaken. Aartslepal was zo’n voet, en was van top tot teen bewapend. Hij was de hoofdman van de voetwezens. Grimhaldt was erg trots op hem en had hem bekleed met de prachtigste sieraden. Op een dag was er een belangrijke ring van Grimhaldt gestolen. Het was een ring waarmee bepaalde toverboeken geopend konden worden, en alleen bij het licht van die ring gelezen konden worden. Grimhaldt was woedend en riep Aartslepal bij zich. Hij ontdeed Aartslepal van zijn sieraden en zond hem uit zijn grottenstelsel de kou in. Aartslepal maakte een lange reis door het sneeuw en over het ijs, een reis die hij bijna niet zou overleven, maar hij was nu in ieder geval wel vrij. Na long lopen kwam hij aan bij een groot kasteel, als een spookslot. De muren waren lang en overal stonden skeletten. Het kasteel was min of meer van botten gemaakt, en er hing een vreemde geur. Toen Grimhaldt merkte dat Aartslepal de tocht had overleefd was hij buiten zichzelf van woede. Hij greep een paar van de voetwezens die nog steeds wachters waren van zijn schatten, en wierp de wachters in zijn ketel voor een nieuwe toverdrank. Toen de toverdrank klaar was liep hij ermee naar een paar toverboeken die nog nooit geopend waren. Met een druppel in het slot kon hij elk boek openen. Nu kwamen de grootst mogelijke monsters vrij. Ook nam Grimhaldt zelf een slok van het mengsel en maakte samen met de monsters een reis naar het spookslot. Grimhaldt stormde naar binnen en kwam al snel in gevecht met Aswaldt de skelettenkoning. Maar de skeletten waren veel sterker dan het leger van Grimhaldt. Aswaldt trok zijn mes en stak het in het hart van Grimhaldt. Nu zou je denken dat nu Grimhaldt was verslagen zijn wachters wel makkelijk bevrijd konden worden, maar niets is minder waar. De wachters van Grimhaldt leefden diep onder de grond. Het was een uittocht die vele jaren duurde. Vele kostbaarheden die diep onder de aarde lagen kwamen vrij. Het belangrijkste was wel de spiegel van Grimhaldt waarmee hij zijn toverijen bedreef. De wachters van die spiegel had hij zo dronken gemaakt en zo gevaarlijk dat er geen overwinning mogelijk was. Het waren de wachters zelf die overwinning behaalden door de spiegel. En zo kregen uiteindelijk de wachters het spookslot in handen, en begon Aswaldt zijn grote reis naar de eeuwigheid.

45 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication