53

-Nou ja, misschien zijn we dan echt voor elkaar bestemd. We gaan het in ieder geval proberen. -- Ik moet nu echt gaan hoor. Mijn vrouw wacht thuis op me, met haar zus. -Maar u zei net tegen me dat uw relatie uit was en dat u uit uw huis was gezet ? -- Ja, maar ze zei dat ik terug mocht komen als ik een grote buit zou hebben. Bedankt voor de fiets en het geld. Einde van het jongetje en het veulentje de veulentjeshoeder Het veulentje moest naar school. Daar had het veulentje geen zin in. Het veulentje dacht : Weet je wat ? Ik ga mijn eigen school bouwen. Maar voor een school heb je natuurlijk schoolboeken nodig, En zo schreef het veulentje boek na boek, in grote haast. Dag en nacht ging het door. Al zwetend en hijgend schreef het veulentje dat het een lieve lust was. Op een dag was de school klaar, en alle boeken geschreven, maar er kwam niemand. Geen veulentje wilde zich eraan wagen. Maar toen kreeg het veulentje een idee. Hij maakte mooie strikjes, en deed die om de halzen van de andere veulentjes, en zei : 'Nu ben je van mij. En nu ben jij van deze school.' En de veulentjes vonden de strikjes zo mooi, en het lag zo mooi om hun halzen dat ze het allemaal gingen geloven wat het veulentje zei, en braaf volgden ze het veulentje naar de nieuwe school. In het land van de veulentjes woonde maar één jongetje. Hij werd ook wel de veulentjeshoeder genoemd, maar eigenlijk hield hij zich niet met de veulentjes bezig. Hij had wel andere dingen te doen. Het veulentje dacht dat het jongetje ook wel een strikje nodig had, dus het veulentje ging op pad naar het jongetje toe, en probeerde het strikje om zijn hals te doen. 'Hey,' zei het jongetje, 'wat moet dat daar ? Ik heb jouw strikjes niet nodig. Jij bent maar een veulentje, en ik ben een jongetje.' Maar het veulentje bleef maar aandringen, en ook andere veulentjes waren meegekomen. Het

54 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication