60

't Is de honger dat hij eet, zeggen ze dan, Maar mag je dan zoveel van de honger eten ? Hij eet van de hongerboom, Duizend blaadjes zuiverkool, Hij eet van gat en holle, van put en lazarus gal, Wat een smerige bende, De keuken van die kwal. 't Is alles honger wat je ziet, Het druipt van zijn daken af, En hij gebruikt het als wapen. Ja, misschien woont hij in 't hongerland, misschien woont hij in 't hongerland, maar dit zijn allemaal slechts verhalen, zekerheden hebben we niet. 't Omulgaam groeit in de bomen, zeggen ze dan. Ik zeg ik weet nergens van. Ik hoef hem ook hier niet te hebben, Het lazarus schip heeft mij soms in de ban … Ik kan mezelf soms aardig tegenspreken … Twee antwoorden op een vraag zeg ik dan … 't Omulgaam groeit me in 't hart, Vurig als de lazarus boom … Vurig als het goud van terre, 't Neergoud wel te verstaan, 't goud wat 't niet langer houdt … Hij is immers het hongermannetje, het droommannetje … En de hongeroorlogen schuilen in zijn hoed en in zijn schoen … Cowboyman is hij ook nog wel, Als hij het indiaantje spelen zat is … Ja spuugzat … Dan keert hij zich tegen zichzelf … 't Omulgaam is niet in een kistje of kastje te krijgen, 't Verspringt telkens weer als springstof … 'k Denk dat ik het maar aan oom terug ga brengen … Maar oom droomt … van 't Omulgaam … Hij heeft het zelf eens gemaakt … Ik kocht het eens, en nu kleeft het … Ik kan er niet mee werken, ik kan er niet mee omgaan, De hongeroorlogen trekken me altijd weer uit elkaar ... het speelgoed van omulgaam

61 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication