118

valstrik worden op het smalle pad. Pas op voor de familiaire werken van het vlees. Dit zijn totaal zowel dode als dodende werken, en velen zijn eraan verslaafd. aan deze familaire drugs. Het is ook een soort vlees, een soort hormonale drug wat in het bloed van de mensen zit, en in de genen. Ursinus stelt weer terecht : 'Daarom wilde zeer terecht Jonathan zijn vader Saul niet gehoorzamen, toen deze hem gebood om David te doden (1 Sam. 19 : 1 en 20 : 33) (...) Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan den mensen (Hand. 5 : 29).' Daadwerkelijke ouders zijn dus niet de aardse ouders, maar de principes, ook de principes van het kruis en van de tucht, waardoor de mens leeft en beschermd wordt. Ursinus stelt : 'Spr. 13 : 24: „Die zijn roede inhoudt, haat zijn zoon; maar die hem liefheeft, zoekt hem vroeg met tuchtiging”; en 19 : 18: „Tuchtig uw zoon, als er nog hoop is, maar verhef uw ziel niet om hem te doden”; en 23 : 13v.: „Weer de tucht van den jongen niet; als gij hem met de roede zult slaan, zal hij niet sterven. Gij zult hem met de roede slaan en zijn ziel van de hel redden”; vgl. ook Spr. 22, en 29 : 15 en 17. Hebr. 12 : 7-9: „(want wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?) Maar indien gij zonder kastijding zijt, welke allen deelachtig zijn geworden, zo zijt gij dan bastaarden en niet zonen. (…) ”En dit dient met wijsheid te geschieden, Kol. 3 : 21: „Gij vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.' Het kruis is dus onze ouders. Door het kruis worden wij opgevoed, beschermt en geleid. Ursinus noemt 3 gevaren op het pad van zondag 39 : 1. Al te grote strengheid bij het bestraffen van degenen die zondigen, vooral uit zwakheid en zonder een merkbaar grote kwetsing van hun eigen en anderer zaligheid of welvaren. 2. Slapheid, als men niet straft, of grote gebreken niet te zijner tijd bestraft. 3. Pluimstrijken, als men om iemands gunst of om zijn eigen voordeel prijst hetgeen niet te prijzen is, of aan iemand groter dingen toeschrijft, dan hem toekomen. Genezing van het familiaire vlees is niet zomaar te krijgen, maar alleen in de diepte. Zo mag de mens door het afsterven van het familaire vlees komen tot hemelse adoptie, tot de geestelijke familie of hemelse familie, wat in eerste instantie gewoon principes zijn binnen de mens zelf. Dit vormt de kern en het wezen van de hemelse natie. Zondag 39 is dus een belangrijk fundament van de hemelse natie : het afsterven van het familiaire vlees en het komen tot het geestelijke familiaire. Ik ontmoette zondag 39 als een natuurvrouw in een hemels natuurgebied genaamd Rodenberg, wat ook de naam is van de geestelijke Veluwe, en ook de naam van een hoofdvestiging in dit gebied, en de naam van een geslacht. Uit haar mond kwamen programmaties, krachtige programmaties, want de mens moest gedeprogrammeerd worden en gereprogrammeerd. Het was een prachtige natuur. De vrouw kwam dichterbij en ik zag mijn jeugd, hoe diep ze ook in mijn jeugd was. Van haar borsten droop melk. Ik moest van de melk drinken. Ik kreeg visioenen. Ze sprak dat ik van het hemelse Rodenberg geslacht was. Het was een natuurgeslacht. Ik zag de kerkelijke leeravonden en logeerweekenden, kamp. Het was metaforisch mijn familie.

119 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication