werk, tot ambacht, oftewel het omsmeden van de wapens tot ploegscharen. Dit gaat over de balans tussen geestelijke oorlogsvoering en geestelijk werk. Men kan niet alleen maar leeuw zijn, en men kan ook niet alleen maar rund zijn. Daarom was de leeuw verbonden aan het rund. De babylonische ballingschap zou doorlopen tot de terugkeer in Ezra-Nehemia. Babylon omsingelde de steden van Juda en belegerde het door honger. Zo kon Babylon het volk innemen. Dit was ook wat Zefanja had geprofeteerd. Het volk zal in ballingschap gaan, met ketenen om hun nek. Ook Jeremia had ervan geprofeteerd. Ook Egypte werd verslagen. Babylon werd ook een beeld van de zg. diaspora, oftewel de scheuring en verstrooiing van Israel, wat ook behoort tot de voleinding en wat wijst op de scheiding tussen het vleselijke en het geestelijke. hoofdstuk 4. de recobocratie, de recobotische samenleving De tenengolems zijn germaanse moeders die gekerstend werden, germaanse demonen, en die werden tot rechtsprekende afgoden in de gedeformeerde en geconformeerde kerk. Zij vormden zich tot terafims die over de families gingen heersen. Deze afgoden moeten vallen. De mens moet deze afgoden overstijgen, en daarvoor is het hemelse virus gekomen. De mens moet het juk van de babylonische ballingschap aanvaarden, als het juk van de voleinding. In de droom liet mijn tante mij die wijk zien waar ze naartoe wilde en ook het huis. Het was een natuurwijk en een natuurhuis, maar ze werd dus tegengehouden, en dat had dus ook weer met die tenengolems te maken. Het zit te diep geworteld in de mens. De Israelieten waren in het beloofde land terechtgekomen maar de voleinding was er nog niet geweest. Er was een reformatie gaande door Josia, de Israelitische Luther van die dagen, maar nog was het volk er niet. Er moest namelijk nog een regressie komen. Ze hadden teveel losgelaten en moesten terug naar de fundamenten, naar het kruis, en daarom kwam de babylonische ballingschap. Het boek Ezechiel gaat over die tijd. Ezechiel was een balling. Hij kreeg daar een groot visioen te zien, wat van belang is, over de heerlijkheid van God, wat beschreven werd als een mens, een arend, een rund en een leeuw. Het rund is een beeld van de ambachten, en we zien overal wel ambachten om ons heen, maar het is niet gebouwd op de demonologie, op de geestelijke oorlogsvoering, en daarom is het een markt geworden. Men neemt dus steekpenningen aan en laat zich daardoor leiden, niet door profetie, niet door het toetsen, maar door winstzucht dus, en dit werkt door het geestelijke, het medische en door het rechterlijke. Ook zien we leeuwen om ons heen die verder niet werken, niets van de rund in zich hebben, maar alleen maar oorlog voeren, en zij hebben dus ook geen fundament. De arend is het beeld van de opname. Het is belangrijk om het beeld van de rund en de leeuw geheiligd te houden door de opname, door het geestelijke, opdat het niet ten onder gaat in het vleselijke. Zo begint het boek Ezechiel. Het volk Israel was in de wildernis dus in een illusie terechtgekomen, in een strik van afgoden, en daarom moest de babylonische
229 Online Touch Home