ballingschap wel komen. Dat Ezechiel later zijn voedsel op rundermest moest bereiden wijst op het feit dat de mens door een tijd moest gaan waarin ze geplaagd zouden worden door allerlei vleselijke ambachten die geen demonologie als fundament zouden hebben, oftewel de link tussen rund en leeuw was verbroken. In zo'n samenleving leven we vandaag de dag. Het zijn deserteurenbedrijven. Het volk moest dieper de honger in. Ezechiel 5 16 Wanneer Ik op hen de boze pijlen van de honger afschiet, die verderven zullen, en die Ik afschieten zal om u te verderven, dan zal Ik de honger over u doen toenemen en de staf des broods voor u verbreken. 17 Ik zal honger en verscheurend gedierte over u doen komen, die u van kinderen zullen beroven; pest en bloedvergieten zullen over u komen, en het zwaard zal Ik over u brengen. Ik, de Here, heb het gesproken. Dit moeten we metaforisch begrijpen. Het volk had namelijk overmoedige vruchten voortgebracht, omdat de leeuw niet was verzoend met het rund. Ze moesten terugkeren tot de bron, zoals Ezechiel een balling was aan de rivier de Kebar, oftewel Geb-Ra, of Kephri, Keb-Oru, de baarmoeder van het kruis, van de gesel, de roe. Het volk moest terugkomen tot de moederlijke natuurtucht, het natuuronderricht, als een medicijn. Ezechiel kreeg toen gruwelen te zien zoals de babylonische christus en afgod Tammuz, die door vrouwen werd beweend. Hij was een vegetatie god, en net als Jezus een herder, en ook zoals Amos, waar de naam trouwens ook op wijst, en wat uit de voortijd komt, waarin Amos een profetisch Hoseaans werk had, en wat ook weer terugkomt in de Tammuz mythe, waarin hij sterft door zijn huwelijk met de godin. Tammuz is ook een Israelitische maand, wat de maand van het gouden kalf is. Het bijbel virus gaat niet zomaar weg, maar moet ontleed worden. Het is een kruis, een juk, wat de mens moet dragen, om zo tot diepte te komen. Sefanja 1 1 Het woord des Heren, dat kwam tot Sefanja, de zoon van Kusi, de zoon van Gedalja, de zoon van Amarja, de zoon van Hizkia, in de dagen van Josia, de zoon van Amon, de koning van Juda. De zoon van de donkere (vrouw), in de dagen van Josia, de grote reformator, en daarna kwam de babylonische ballingschap. Babylon was een veel ouder volk dan Israel, waar ook Abraham oorspronkelijk vandaan kwam, dus de mens moest na de reformatie van Josia de regressie in, zoals dat vandaag ook moet gebeuren. 2 Volkomen zal Ik alles van de aardbodem wegvagen, luidt het woord des Heren. Dit is gericht tegen het vleselijke leven, opdat de mens in het geestelijke opgewekt zou worden.
230 Online Touch Home