Je moet het zelf worden. 26. Oh, neem me weg tot het land achter de zee, Een speer door zijn hoofd, Om dieper te komen tot dit land achter de zee Nieuw land, zo diep binnenin. Je hebt niets meer van node. Je bent het nu zelf. En telkens weer moet je het 'niets' worden, want zoveel gevaren staan op de loer, van overmaat, van overwording, overzijn. Blijf minderen, blijf verdiepen. Herinner de speer door je hoofd. Je moet tot de hongerkern gaan, en de hongerkern worden, en daarin is alles te vinden. Het halve, en dat is alles wat je nodig hebt. Het hele zou je vernietigen. Daarom waarschuwt boek 2 tegen het 'teveel nemen van iets.' Er zijn rovers van het vele op de mens afgezonden. Blijf in de hongerken, de orkaan. De hongerkern, de orkaan, zal je leiden. Het zal je de juiste richting aangeven. Het vele zou je slechts misleiden. 'Ja, maar ik wil dit en ik wil dat.' Ja, maar ken je het ook ? Besef je wat voor vijanden er op je afgestuurd zijn, en hoe ze zich hebben gecamoufleerd ? Het gaat niet om het willen, maar om het kennen. Wil bedriegt, kennis onderwijst. Wil maskert, kennis ontmaskerd. Het is een heen en weer getrek. We worden telkens weer teruggezogen, opdat de orkaan zich kan verdiepen in ons leven. De hongerkern moet een tegenkracht hebben anders valt het als een baksteen naar beneden, dan gaat het te snel en vallen we te pletter. Daarom is de tegenkracht als een rem, als een beproever, en uiteindelijk geeft dit de richting aan, en hoort alles bij het navigatie systeem, zolang je het vanuit de hongerkern blijft ervaren en niet teruggaat naar de vleespotten om het vanuit het vlees te ervaren. Hierover zegt de vur in boek 128, de draaikolk : 2. De draaikolk zuigt mij terug naar de stad, Waar ik een raadsel moet oplossen, Ik kom terug tot de tuinen 3. Draaikolken in de bloemen en struiken, In het bos zuigen ze mij terug Heen en weer gaat het, als een worsteling, van de wildernis tot de stad, en weer terug. Zo moeten we onze weg zien te vinden. Er is zoveel in de stad wat van ons is, gestolen spul. Onthoud het : je bent een honingbij, en ook de stad wordt in de vur beschreven als één van de bloemen. Boek 2 zegt : In hele lage doseringen dient het als een medicijn. Het is dan goed gif. Wij moeten in ieder geval voldoende tegengif hebben om hier tegen bestand te zijn. Boek 9 : Alles zal terugkeren tot de natuur. Alles kwam namelijk voort vanuit de natuur. Een gif heeft de stad gevormd, maar dit gif zal spoedig het medicijn tonen, waarin wij vrij kunnen komen van de stad. Als eerste zal er een simulator stad gebouwd worden. Neem er kleine beetjes van, zodat het medicinaal blijft.
401 Online Touch Home