Zij van de gele bloemen Over het ravijn bracht zij mij, Tot de dieptes van een woud' Geel is de kleur van de paradox, van de weerstand, het tegendraadse, de rebellie, en is dus ook een hele strategische kleur. Zo wordt de onuitgenodigde uit het Doornroosje verhaal beschreven. Zij is tussen stad en wildernis, maar gaat graag de stad in om verloren schapen daar weg te halen. Boek 19, de golf, zegt : 'Wevende de dimensies, het trauma. Het ruist over de zeeen, om de slag te slaan, Neemt hen allen in, en doet alsof er niets aan de hand is. Het wacht, en slaat dan toe, Het maakt een teken, en slaat dan toe, Maar houdt het verborgen. Ik denk dat ik één van hen ben geworden, Ik draag een wapen, Ik sla toe zoals hen, maar ik ken het niet, Het heeft mijn geheugen gewist. De vrouw met de boog kwam tot mijn stad, Zij had vier pijlen op haar boog, die zij gezamenlijk afschoot op mij. Dwars door de ramen gingen ze, en toen dwars door mijn hoofd. Zij nam mij mee, maar waar naartoe ? Vier pijlen had zij op haar boog, die dwars door mijn hoofd gingen. Ik staar naar de pijlen. Zij hebben mijn leven gered. Ik kus ze, en wikkel ze in. Ze brachten mij over de zee. De nachtmerrie brak zij af. Zij was één van de vier pijlen. De vrouw met de boog had zo lang aan haar gewerkt. Dagen en nachten was zij bezig haar te decoreren. Zij maakte de juiste insnijdingen, de juiste bochten. Deze pijl was haar paspoort en sleutel. Ze liet mij de duisternis onder het huis zien, de grotten en de tunnels. Ze nam mij mee naar deze plaatsen, en ik dacht dat het altijd nacht was. Zij trok mij op de kant. De stad zou branden. Ik mocht niet meer terug. En dan slaapt de stad, bedekt onder sneeuw. Tussen de prachtige bomen staat ze, met prachtige struiken'
442 Online Touch Home