1020

de zonde moet ijs tot ons worden. 3. De mens moet leren niet meer te nemen dan nodig. 4. De mens is zowel overmoedig als overmatig. 5. Eet niet datgene wat van je buurman of buurvrouw is. Onderdruk je naaste niet met oneerlijke maatstaven, meet niet met twee maten. 6. De mens moet de grenzen kennen van het beloofde land, en niet daar overheen gaan, want daar heerst de dood, oftewel het missen van het doel. 7. De hemelse steen draagt het levenswater van binnen. Het is een beeld van de hemelse volharding. 8. Het komt aan op onderscheiding, want niet elk oude pad is goed. 9. Het gaat niet zomaar om hemelse werken, maar om hemelse gewoonten. 10. Zomaar geloof en goede daden staan nog teveel achter de zijlijn. 11. Zijn wij goed voorbereid op het strand, aan de waterstromen, als de hemelse vogel komt voor de opname ? 12. Dit is een beeld van de ontwaking in het beloofde land. 13. Door verlies kan een mens uiteindelijk geestelijk vliegen. Het is niet de bedoeling dat we alleen maar rondvliegen op de hemelse vogel, maar dat we zelf ook als een hemelse vogel worden en leren vliegen. 15. Het beest groeit elke dag 1. Verbrokenheid is slechts het begin van de opvoeding. Er is dus een veel hogere verbrokenheid waarin het vlees niet meer kan opstaan. De mens moet gaan van verbrokenheid tot verbrokenheid, tot de mens tot de eeuwige verbrokenheid is gegaan, en het vlees niet meer tussen het geestelijke en de mens instaat. 2. De hardnekkigheid van de mens moet verbroken worden. Maar de vleselijke hardnekkigheid mag niet verward worden met de geestelijke hardnekkigheid. 3. De wereldse heersers noemen een ieder die zich niet aan hun manieren onderwerpen eigenwijs. 4. De vleselijke mens toetst zichzelf voortdurend aan het vleselijke, maar de mens behoort zichzelf te toetsen aan het geestelijke. 5. De geestelijke staat tegenover het vleselijke beest. Het is allesverwoestend en vraatzuchtig, en moet onder de grond, tot het ijs gedreven worden. 6. Elke dag groeit het beest weer. 7. En er ging een innerlijke natuur open. Er waren paden door de wildernis. Gesteentes begonnen af te brokkelen. Ook waren er ravijnen, diepe ravijnen. Het was de geestelijke natuur, voor een geestelijke mensheid. 16. Komen tot het geestelijke touw 1. Het geheim van de eeuwigheid werd onthuld. 1020

1021 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication