1025

4. Ziet dan, gij die dieper in Haar tent komt : Zij zal Zich plotseling omdraaien en worden tot uw vijand. En Zij zal u beschouwen als Haar vijand, want u bent tot Haar gekomen. En Zij zal u behandelen als een vijand, want u bent tot Haar gekomen. 5. Wanneer gij dan niet met Haar worstelt, zal Zij u vernietigen. Zij haat hen die zich toetsloos overgeven. Zij rekent hen tot de bandelozen. 6. Al Haar kinderen zijn wild, maar niet bandeloos. Zij toetsen in vrezen en beven, maar zij vrezen geen mens, en zij vrezen geen god, geen hout, ijzer of staal. Zij zijn hemels en rechtvaardig, maar niet eigengerechtig. 7. Zij komen tot Haar arena's, en zij draaien zich om, om te vechten en te toetsen. 8. Zo zal zij onnavolgbare paden begaan, opdat niemand Haar zal vinden. Haar volgelingen zullen haar niet kunnen volgen, want Zij is wild. Zij zal hen uitzenden als blinden, opdat zij zullen sterven. 9. In de leegte zullen zij gebroken worden. Ziet, Zij zal hen trekken aan ketens. En zij zullen worstelen, maar niet vrij komen. 10. En zij zullen herkent worden aan hun woede en hun vrees. En zij zullen moedeloos zijn en wanhopig, want zij zijn door Haar geslagen. 11. Zij zullen leven in diepe verwarring, opdat zij niet één zijn met de vijanden die in de stad zijn. Zo zal er dan een groot onderscheid zijn tussen de vijanden in de stad, en de vijanden in de wildernis. 12. Grote verwarring zal hen bitter maken, opdat zij dieper in de wildernis komen. De stad zal niet in hun binnenste zijn. Een groot oordeel ; het vergaan van de aarde 1. Vanaf Haar berg komt een groot oordeel. Haar kinderen worden zwaar opgevoed, opdat zij geen deel hebben aan de feesten van de vijand. 2. Slaan zal Zij die feesten, en Haar kinderen wegtrekken. 3. Zij zal slaan de dansers van de vijand, en Haar kinderen van hen wegtrekken. 4. Zij zal slaan de muzikanten van de vijand, en hun instrumenten uit hun handen slaan, om deze te verbranden. Zij zal hen openlijk bespotten. Vol van grimmigheid is de hemel. Zij heeft een oorlogsplan bereid. 5. Op Haar heilige berg brult Zij, vanwaar een groot oordeel komt. 6. Slaan zal Zij de bezoekers van schadelijke feesten, hen die vertier zoeken bij de vijand. 7. De aarde is in grote weeklacht, wanneer Zij haar bezoekt. 8. Maar Haar kinderen zal Zij wegvoeren, op de grote dag waarop de aarde zal vergaan. 9. De aarde zal verslonden worden, en zij zullen niet weder opstaan. 6. 7. Wee u, oh aarde 1. Zij zal de valse rechters slaan, en de valse 1025

1026 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication