slapen. Op een dag groef ze een gat onder het hek door en is toen naar huis gegaan. ‘Het is bij jullie toch net iets beter,’ zei het geitje. 17. De twaalf zonen en stammen van Ismael 1. Het boek is geschreven om doctrine te ontvangen, om symbolen en enigma’s te verstaan. 2. De Heilige Vrees is de hoogste kennis, en niet alleen maar het begin van kennis. 3. Het volk geleid naar de honger in de wildernis om het volk zwak te maken, leeg te maken, zodat het de openbaringen van de Moeder kon ontvangen. Dit was ook om het volk te testen en te ziften. 4. Het is niet genoeg om alleen maar besneden te worden. We moeten ook doorboord worden. 5. Het zaad wat in bloed verandert, oftewel het bloed wat tot zaad wordt, is het teken van de overwinning over hebzucht. 6. Dit is geen werelds pad van overwinning, maar het pad, door de wildernis van zwakheid en uithongering. 7. De voorhangsels van Salomo waren een beeld van vrees. De vreze is het voorhangsel van de kennis. 8. Het mannelijke onbesneden verstand kan niet tot haar komen. 9. De leugen kan de waarheid nooit helemaal opslokken en vernietigen, totaal wegvagen. Er blijven altijd sporen van de waarheid achter. 10. De kwaaddoeners zullen zichzelf vernietigen. Zij dragen hun eigen vernietiging binnenin. 125 11. Mijn geliefde is mij een bundeltje mirre, hij zal liggen tussen mijn borsten de gehele nacht. 12. Borsten betekent vernietigen, sterk zijn, heersen, gewelddadig zijn. 13. Donker van huid ben ik, en bekoorlijk, dochters van Sion, als de tenten van Kedar, als de voorhangsels van Samuel. 14. De slaven-karavanen van Tema zien ernaar uit. Tema, de negende zoon van Ismael, is de opvoeding, en een betaalmiddel. 15. De Ismaelieten woonden in het gebied van Hawila tot Shur. 16. Tema en Adbe’el woonden in Hawila. 17. Dumah en Mibsam woonden in Sur. 18. Zij die niet in Tema zijn, zullen verloren gaan door de vloed. 19. Dit is de derde bron van Isaak, Rachab. 20. De twaalf zonen en stammen van Ismael : Ajuwth, de eerste zoon, is de vruchtbaarheid en de oorlogsvreugde. 21. Kedar, de tweede zoon, is de duisternis, de vuilheid, modder. 22. Adbe'el, de derde, is kastijding, tucht, scheiding. 23. Mibsam, de vierde, is woede, arena. Misma, de vijfde, is gehoorzamen. Duma, de zesde, is geboorte, kind worden. 24. Massa, de zevende, is een lastdier, trekdier, liederen van overwinning of verlorenheid, drager. 25. Hadar, de achtste, is belegering, omsingelen, bed, plaats van bed, bedden, voorhangsel, achter het voorhangsel, binnenin.
126 Online Touch Home