19

Inzetting 49. De kerk is geen gebouw De zwaar vervolgde Nederlandse geuzen, de soberen, kregen in Duitsland, in Oost-Friesland, Emden, in 1571, een geuzenkerk, de Nederduits Gereformeerde Kerk, die in 1579 met de Unie van Utrecht de moederkerk van Nederland werd. Dit gebeurde in de tachtigjarige verzetsoorlog tegen het Spaanse bewind (1568-1648). Deze erfenis moet uitgewerkt worden en niet overboord gegooid worden. Deze kerk is niet een gebouw met personen, maar een hart met principes. Inzetting 50. De bron van de reformatie De reformatie kwam voort uit de filosofie. De theologie moet in toom gehouden worden door de filosofie, zoals de filosofie in toom gehouden moet worden door de theologie. Zij kunnen zonder elkaar niet bestaan. (IV Werktuigen 2:26-32, Ewa 15:7, Odenlech 5:11, 17:26, 19:19, 27:18,121, 50:3, III Werktuigen 6:2,29,45) De kerk werd gered uit theologisch extremisme door de filosofie. (IV Werktuigen 2:22) Inzetting 51. De ontwapening des vlezes Er zijn tijden van dorre droogte, om tot de ontwapening te komen, en ergens op die lange, moeizame, maar belangrijke brug komt het verschijnsel van wedergeboorte. (Zeeën 11:6) Alle wapenen van de boze, het vlees en de wereld dienen te worden afgedaan. (Duizen 18:65) Alleen zo kan de mens tot naaktheid komen in de rivier, om zo gewassen te worden tot wedergeboorte. (II Duizen 28:41,49,50, Kamba 20:152,153) Inzetting 52. Over gedeformeerden en gereformeerden De lofprijs is een gelijkenis, een teken, een symbool, van de onderwerping aan de hemelse kennis. Het onderwijs is de ware lofprijs. (Ewa 29:8) De mens moet daarom niet oeverloos lofprijzen en het niet als een graadmeter zien hoe hemels iemand is. De ware lofprijs is de bekering (Odenlech 3:6). Een verhaal is geen dogma, maar een gelijkenis. De ware dogma’s zijn altijd principieel van aard. Ook in de principes en het principieel zijn ligt het gevaar dat de mens ze op een hoop gooit en gaat verabsoluteren, terwijl hogere principes worden verwaarloosd. (Odenlech 3:1) Dan is het slechts verabsolutering van een deelwaarde, wat in gedeformeerde sectes gebeurd. De mens moet loskomen van secte-vorming. (II Duizen 1:30) 19

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication