236

Israelitische olijf. 2. Willen wij zuiver profeteren en zuiver de Stem van de Heere verstaan ? Deze spreekt vanuit de dieptes van ons hart, als zuivere borstvoeding, opkomende vanuit de diepe fundamenten van het Israelitische Volk. 3. Er zal een nieuwe ark zijn, ditmaal niet door mensenhanden gemaakt. Dan zal de heilige berg van Eden terugkomen. Deze berg zal één zijn met Sion. Deze stad zal door vurige stenen gebouwd worden. 4. In het Aramees betekent Baqra boze geesten in zwijnvorm, oerzonden. Deze werden geofferd, en dat gebeurde dus weer in de onderwereld. 5. De Moeder Heer herschiep de onderwereld door de offers die gebracht werden. Die offers waren boze geesten in zwijnvorm. 6. Voor een Israeliet was het belangrijk om terug te komen tot het zuivere teken, het zuivere vruchtbare deel, het besneden, paradijselijke deel. En dit moest ten diepste gebeuren. Dit had te maken met het feit dat het teken de goddelijke spreekbuis was. 7. Velen zouden omkomen, maar er zou ook een overblijfsel zijn. 8. Zippora is het teken van de besnijdenis wat wij dienen te ontvangen, als een terugkeer tot de wildernis, om terug te keren tot het beloofde land. Als onze top eraf is, zal de Heere weer kunnen spreken. 9. Het volk wilde koningen, middelaars, priesters, maar geen profeten en geen tucht. Zij wilden de goddelijke vrouw niet, want dit was het beeld van de tucht en het wapen. Het volk wilde geen rechtstreeks contact met God. 10. Het volk wilde een koning, en God gaf het hen, 236 en gebruikte het om hen naar diepere dingen te leiden, maar het was niet het beste. Het volk verkoos vlees boven profetie. Het volk wilde alleen afstandelijke omgang met God, via koningen, middelaars en priesters. 11. De Heilige Vrees is de hoogste kennis, en de oerkennis. We moeten ons uitstrekken om de leerregels van de afscheiding te ontvangen als halssnoer. 12. Zij is de leider van vele leiders, machtige koningin. 13. Het was de taak van Jesaja om Jakob weer terug te brengen tot de Moeder Heer. om de stammen van Israel op te doen rijzen. 14. In de onderwereld moesten de Israelieten Hebron innemen. Dat was hun eerste taak. Hier woonden de kinderen van Anaq, de kinderen van het halssnoer. 15. Het halssnoer is een teken van blijvende besnijdenis. 16. Het halssnoer kan gedragen worden als de leerregels van de afscheiding. 17. Het is een belangrijk item in de heilige gebondenheid. 18. De halsketen hield hen in de goddelijke verlamdheid, als eeuwige kinderen. De Anaq is daarom een belangrijke sleutel tot de derde scheppingsdag, het rijk der kinderen. 19. De tweede scheppingsdag gaat over de scheiding van mayim, het goddelijke zaad. Dit is het mes van de dag van de besnijdenis, het rijk van Zippora. 20. Als iemand door besnijdenis Israeliet is

237 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication