daarom een diepe relatie met Adamah ontwikkelen. 25. Ahn is de personificatie van de Adamah, de goddelijke bloedvergieter, Aima in het Grieks. Het is een werkwoord, een wapen. Het was een teken van overwinning. 26. Alles moet met stomheid geslagen worden, te beginnen in ons eigen leven, zodat God over kan nemen. Wij moeten diep doordringen in de Adamah, in Ahn, voor deze reden, om Adamam te ontvangen, waardoor alle stemmen in ons gedoofd worden, zodat alleen God spreekt. 27. Wij moeten met Adamah, Ahn, bewapend worden, na door Adamah ontwapend te zijn, onze stem hebben verloren. Dit zijn serieuze dingen. Wij zullen namelijk voor elk ijdel woord geoordeeld worden. 28. Allereerst moeten wij de verlammende vreze des Heeren ontvangen wat ons niet meer laat durven spreken, bang om een ijdel woord voor God's aangezicht uit te spreken. 29. Eén ijdel woord kan een heleboel kapot maken, voor een hele lange tijd. Wees zelfs bang om te ademen. Wat ademen we wel niet allemaal naar binnen ? Wij moeten de heilige ademnood ontvangen. In Adamah, Ahn, is er doorgang. Wij leggen alles af in de Adamah, en laten alles achter ons, om de heilige bloedvergieter, de Aima, te ontvangen. 30. Je verliest je stem als je een ontmoeting krijgt met de Adamah, Ahn. Je zal tijdelijk niet kunnen spreken, of niet durven te spreken. Als je zo'n ervaring nooit hebt gehad, of je durft nog steeds je mond los te trekken bij het minste of geringste, dan mag je je afvragen of je ooit een ontmoeting hebt gehad met de heilige Bloedvergieter. 31. Adamah, Aima, oftewel Ahn, zal terugkeren, en 246 de wateren zullen in bloed veranderen. Ook de lucht zal in bloed veranderen, en het licht zal duisternis worden. Wij zullen allemaal terugkeren tot de Adamah, Ahn en de Aima, de Bloedvergieter, zal onze Rechter zijn. Niemand zal aan de Adamah, Ahn, kunnen ontkomen. 32. In Aima, in de paradijselijke grond, Adamah in het Hebreeuws, in Ahn, kunnen wij onze ziel terugvinden, in de bloedvergieter. Hiermee hebben we te maken wanneer wij tot het bloed komen, maar wat voor ons werd achtergehouden. We worden gered door de Bloedvergieter, de Aima, de Adamah, Ahn. Dit is ook de boodschap van de eeuwige prediking. 33. In Aima, Adamah, Ahn, de paradijselijke ondergrond, worden wij opgenomen, en ontvangen wij de heilige ziel. Hier leren wij de bloedvergieter en zijn ijzeren leerregels kennen, de leerregels van het paradijs, de strenge leerregels van oorlog en jacht. 34. Wij zullen terugkeren tot de Adamah, tot Ahn, met zijn rivieren van bloed, de tekenen van overwinning, de heerschappij over het oervlees. 35. Wij moeten gewassen worden in deze rivieren. Dat is wat de Adamah, Ahn, in diepte betekent : spoelen, uitwerpen. Hier worden wij bekleed met het paradijselijke vuil. Dit is als een wassing. Vuil wast ons. Wij worden gewassen om los te komen van de schoonheid van de mensen, want dit is slechts een bedrieglijke schoonheid die ons te gronde richt. 36. Leef zo dicht mogelijk bij de natuur, en ga een relatie aan met de Adamah, Ahn, de paradijselijke diepte van God's natuur. 37. Zo mag je ook komen tot de Adamam, de heilige stomheid, en de Daham, de paradijselijke vloed en overweldiging. Dit zijn allemaal lagen in de Adamah, in Ahn, waartoe we moeten
247 Online Touch Home