277

bloed van de grote verdrukking. Zij worden geleid tot de waterbronnen des levens, oftewel de bronnen van de mayim. 2. Deze bronnen zijn de oorspronkelijke geslachtsdelen van het paradijs. 3. De lichamen van de overwinnaars worden teruggeleid tot het paradijselijk lichaam om daaraan gelijkvormig te worden. 4. Het is waar we de heilige slaap ontvangen, de Tardemah. Hiervanuit komt de vrouwelijke bevruchter, en zal schepping plaatsvinden, om door de leegte, de stilte, terug te keren tot de Tehowm, de paradijselijke diepte. 5. In het Aramees is het woord voor geslachtsdeel hetzelfde als een menselijk wezen. Met de zondvloed wordt er in het grondwoord ook gesproken van een vloed van moedermelk. 6. Er werd een heg werd opgericht in de vorm van een zee, waardoor de mensheid verder van het paradijs werd weggedreven. Vanaf die tijd waren de seizoenen ingevoerd. 7. Noach zond de raaf en de duif uit als een teken dat de zee bevrucht zou worden. Er vond een herschepping plaats, om de aarde te ontdoen van het kwaad. Noach werd naar een speciale plaats geleid, waar hij paradijselijke kwaliteiten kreeg zoals het heersen over de dieren. 8. Toch werden er weer zonde machten vertoont die nog waren overgebleven door de zondvloed. Noach moest alles wat zich roert, wat leeft, slachten en eten, behalve vlees met een ziel. Er werd dus duidelijk onderscheid gemaakt tussen oerzonden die zich als beesten manifesteerden, en de eigenlijke schepping van God, de dieren die naar God’s gelijkenis werden geschapen. 277 9. De mens had de goddelijke verlamdheid verloren, maar nu was er weer een weg terug. 10. Kanaan werd het beloofde land. 11. In het paradijs dreef God de mens steeds meer naar het oosten. Dat begon al in Eden zelf, waar God een hof maakte in het oosten. 12. De slaap die over Adam viel was ook als afscherming van de zee van moedermelk. 13. De arend, de Garuda, is het beeld van de ark, het voertuig van God, die de heilige vrouw, het teken, tot de wildernis bracht, waar de aarde haar mond opende om de stroom van het oervlees en de oerzonden te verscheuren, als een beeld van de Tehowm, de heilige diepte, die ons tegemoet komt. 14. Hiervoor moeten wij God's teken in ons leven ontvangen, als een weg terug naar het paradijs, om zo niet in het oosten te blijven steken, maar op te gaan naar de zee van moedermelk in het westen, om zo door de leegte tot de Tehowm, de paradijselijke diepte, te komen. 15. Het teken van Noach komen we ook weer tegen bij de komst van de Urim. 16. Het zou weer zijn als de dagen van Noach, en dan is er voor de oprechten dit teken weer te zien. Voor de onoprechten is dit het teken van het oordeel. Daarom was het voor het oervlees van belang dit teken te vervalsen. 17. Volgens het grondwoord waren man en vrouw geschapen vanuit geslachtsdelen, en had de man deze in plaats van spieren. 18. De troon van Salomo had zes treden met links zes leeuwen en rechts zes leeuwen, het getal van God's arbeid, van de jaarlijkse goudoogst.

278 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication