282

58. Dagelijks brood heeft de Heere u gegeven, van de verborgen Kennis. Gij hebt overwonnen, gij die in de Heere blijft. 59. De ogenzalf wordt dus gekocht door het lijden, door ascetisme verkregen. Dit gaat over de terugkeer naar het visnet, de tucht, en de zelftucht. Zo ontvangen wij de ogen van God, een profetisch hart, het ogenhart. 60. De ogenzalf zelf is in het Aramees de tepel. Zo komen we tot de hemelse vrouw van de jacht en de schepping. 61. We hebben hier te maken met het tepel-hart, als een toerusting voor de oorlog. 62. Wie overwint zal eten van de boom des levens. Dit is in het Aramees de boom van de baarmoeder. 63. Gij haat het kwaad zoals de Heere het kwaad haat, en daarom heeft de Heer u een zuivere tentendienst gegeven. betekent dit ook leegheid. Ook werd de sobere geleid door het land van schaduwen, wat betekent : de neiging om weer te vertrekken (Tantalos), en wat ook schild betekent, en weer donker worden en donker groeien. In het Aramees gaat het dan over het land waar geen man ter huwelijk wordt genomen. 4. Dit zijn allemaal gebieden in de onderwereld. Dan dreigt God, de Heere, dat ze maar eens op de eilanden van de Kittiers moeten gaan, de plaats van honger (Tantalos), afgunst, lusten, vernedering, 'de plaats die hen laat neerbuigen'. Er wordt dan opgeroepen om leeg te worden, tot de leegte te gaan, en om je te hullen in verschrikkelijke vreze, want hier zijn duister gegroeide stammen, de met vachten beklede stammen van de jacht. 5. Mayim is de ogenzalf, de moedermelk, die opwekkings-kracht, opstandings-kracht, heeft. 6. De hemelen zullen jagen, in arbeid zijn, tot de rust hen terugroept. 7. De boog zal verschijnen, en de boosdoeners zullen ervoor op de vlucht slaan. 15. De Urim hersteld 1. De sobere komt uit het land van Benjamin, wat de onderwereld betekent. 2. Hij werd gevormd in een plaats van honger betekent, en de diepte van de onderwereld, in de maag van een rund. 3. Vervolgens zien we hoe God de sobere leidde door de wildernis, het land van de bedreigingen, en door de woestijn, het land van de bedekking, van duisternis, en het donker worden, het land van de avond, wat op de jacht duidt. In het Aramees 282 8. God zal een verre stam en natie over hen brengen, als een open graf. Zij komen met het teken, als een oordeel over de boosdoeners in God's volk. 9. De pijlen zijn de mayim. Dit verre volk wat over hen komt brengt de honger en de verwoesting. 10. De boosdoeners van God's volk worden tot slaven gemaakt en in ballingschap gedreven. 11. De boosdoeners van God's volk dan gedreven tot de Zarim en de Zuwr, wat vrouwen van verre landen betekent. 12. De ballingschap vindt plaats in de onderwereld betekent.

283 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication