298

83. Zo zullen wij niet schuldig zijn aan het vergieten van onschuldig bloed. Ook moeten wij dus bewapend zijn met de Urim, de toetssteen. 84. Alles zal aan de Urim getoetst moeten worden. 85. De Urim moet de wachter zijn van onze mond. Zij is het wezen van de Zuwr. 86. Willen wij dieper tot het Hart van God komen, dan krijgen wij ongetwijfeld te maken met de Urim, de zuiverende, toetsende bron van God. 87. Wij zullen een relatie met Haar moeten beginnen, om haar tucht moeten vragen, om Haar geheel in ons leven te ontvangen. 88. De Urim toetst en zuivert zo diep, dat Zij degenen die zich volledig aan Haar hebben overgegeven onherroepelijk zal brengen tot de Heilige Gebondenheid. 89. Zo zullen zij valse profetie, valse gebondenheid, volledig overwinnen. 90. Daarom is het zo belangrijk om in de Vreze des Heeren te blijven, die de hoogste kennis is. 91. Vraag altijd om de grootste Vreze des Heeren, want als jouw vreze des Heeren onvolkomen is zul je nog misleid worden. 92. De Vreze des Heeren is in volheid een paniek waar je nooit meer van hersteld, een verlamming, die door een ervaring gebracht moet worden. Wij moeten ons uitstrekken naar die ervaring. Het is een ervaring van goddelijke verlamdheid. 93. Niet zo maar een goddelijke verlamdheid dat je je even niet kunt bewegen, maar een goddelijke verlamdheid gebracht door angst, paniek. Dit kan in ons gebeuren wanneer de Urim geheel in ons Haar werk kan doen, en ons kan overtuigen wat er gaande 298 94. Overmoed is dus een groot gevaar, de geest van trots. De geest van trots wil snelle paarden, snelle jagers en vooral snelle offer-priesters, want de geest van trots veracht het lijden. 95. Dit houdt in dat we het juk moeten dragen, en de extra mijl moeten begaan, het volledige lijden te aanvaarden, oftewel het groeiende lijden, waarin wij groeien. 96. Daarom moeten wij dicht bij de Urim blijven. Overmoed in de strijd is fataal. De vijand zal macht over ons krijgen wanneer wij hem benaderen met overmoed. 97. Wij moeten het oervlees benaderen volgens de leerregels. 98. De Zuwr komt uit Orion met een bevel tot gevangenneming, de Ptih. De Orionse Zuwr is in het Hebreeuws 'eeuwig', olahm. De Ptih betekent ook 'degene die kan zien', wat 'profetisch' betekent. Door de Ptih wordt de vijand gebonden. 99. Ook komt de Zuwr met een pijlkoker, de Ashpah in het Hebreeuws, wat koker van God's instrumenten betekent, de gereedschappen van de heilige verbinding met goddelijke tussenkomst vanuit de onderwereld, de tucht. 100. Wij zijn dus als soberen in de tentendienst van de Zuwr ook gewapend met deze pijlkoker. De pijlen worden dus eerst toegerust met het lijden, de tucht, zodat vandaaruit de profetie en de gevangenneming kan plaatsvinden, Ptih. 101. Wij mogen niets doen zonder de oproepingen van de Heere, die dus verbonden zijn aan de is. Wij moeten Haar op waarde leren schatten, en niet minachtend op haar neerkijken. Profeten, de tentendienst en Heilige Angst zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.

299 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication