301

138. Ook moesten de profeten Ivver ontvangen, de heilige blindheid, wat in de diepte betekent : naakt worden, ontmaskerd worden en naaktgemaakt worden, zoals Job zei : Naakt ben ik gekomen uit de moederschoot van de onderwereld, en naakt zal ik daartoe wederkeren, nadat hij zijn klederen had verscheurd en zijn hoofd had geschoren, en zich ter aarde had geworpen. 139. Ook moesten de profeten de goddelijke doofheid ontvangen, wat in de diepte insnijding betekent. 140. In het paradijs hadden zij een goddelijke blindheid. Daarom beloofde het oervlees hun ogen te openen als ze naar hem zouden luisteren. 141. Door Alam, stomheid, komen we in Pathach, het goddelijke spreken. Als een profeet Alam ontvangt kan het voorkomen dat hij zomaar een hele dag niet kan spreken. Dit is om hem voor te bereiden op Pathach. 142. Job werd dus tot een plaats geleid waar dingen zo zwaar waren dat zijn woorden opgeslokt werden, zodat hij in Alam zou binnengaan, en Alam hem zou vervullen. Zo zou er een overgang komen van de windafgod van het oervlees tot de Heilige Ziel. Dit zou gebeuren in de bitterheid van de ziel. 143. In de ziel is er geen snelle verlossing zoals de wind van het oervlees een afgod geworden is. Er is iets gigantisch mis. De mens is ergens van het pad afgeweken. De ziel brengt tot bitterheid, in het boek van Job, waarin hij tot het aller uiterste wordt gedreven in zijn lijden. 144. De windafgod van het oervlees moest in hem sterven om plaats te maken voor de Bitterheid van de Heilige Ziel, zodat hij doorgang zou hebben tot de scheppings-diepte, de schoot van de duisternis. Job werd gekweld tot het einde, totdat zijn tong het 301 uiteindelijk begaf, en hij stom werd voor de Heere, totdat alleen de Heere nog door hem zou spreken. 145. Ook de sobere moest hier doorheen, dat zijn tong aan zijn gehemelte zou blijven steken, zodat hij het volk niet zou bestraffen, want het was een weerspannig geslacht. 146. Als profeet zijnde ontkom je hier niet aan. Als je er wel aan ontkomt, dan mag je je afvragen of je wel een profeet bent. 147. Profeten moeten bidden en smeken om Alam, de heilige stomheid, om aan Haar voeten neer te liggen. Ook Job werd tot die duistere stilte geleid. Hij kwam terug tot de Heilige Ziel van het paradijs, de Nephesh. Bitterheid was hiervan een teken. 148. Zo zou ook Job worden tot een ziel. De zielen van de martelaren smeekten om wraak, maar zij kregen een kleed om te rusten. 149. Stilte, stomheid, Alam, was het doel. De windafgod had hen in zijn macht, en daarom moesten zij hier doorheen. Zij moesten terugkeren tot de tuchtigingen van de ziel, tot de tuchtigingen van Job (vervolging). 150. Hierdoor zouden zij bewapend worden met Aphar, het vuil der aarde, het heilige vuil van de paradijselijke onderwereld. 151. En Aphar zou een nieuw lichaam voortbrengen, gemaakt van Basar, van Yad, van Harba, de besnedenheid. 152. Een profeet dient zichzelf in te smeren met Aphar voor deze reden. De profeet dient een relatie aan te gaan met Aphar, wetende dat Aphar ook afgewassen zal worden, om het diepere omhoog te brengen, als een grote ontwapening. 153. Een heleboel profeten blijven steken op dit

302 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication