356

46. Dit is een beeld van dat de hemelse taal alles kan verwerken en in zich op kan nemen. 47. Polè in het Orions is als de natuurvrouw van taal en de huishouding, de voedende moeder. 48. In de Judaïstische literatuur wordt de profeet Abadja verbonden aan de Abadja die eens in de tijd van Elia honderd profeten verborg in een grot tijdens de profeten-vervolging, om hen te voeden. Dit is ook een beeld van de voedende taal van het huishouden, Parvati. 49. In de Judaïstische literatuur wordt er vanuit gegaan dat Abadja door het voeden van de profeten zijn profetische gaven ontving. Ook Jakob voedde Ezau. 50. Juist in de voeding van de moederborst is ook de tucht inbegrepen die ervoor zorgt dat Edom aan zichzelf kan afsterven. 51. Ook Edom moet tot overgave komen, wat al gebeurde toen Adam, het wortelwoord van Edom, zich overgaf aan het Woord van Kennis. Eva werd aangesteld tot de moeder van de hongerenden. 52. Adam kwam tot de kom. Door Ahn werd Edom een onderdeel van Israël, als de schatten van Israël, want Edom stond bekend om zijn wijsheid. Edom moest komen tot de tent in duistere wildernis. Hij was een kind van de wildernis. 53. De oer-kennis is het gaan over de rivier die de stad en de wildernis gescheiden houdt, en dan te komen tot de natuurbron in de diepte van het oerwoud. De mens is maar een zucht, en alles gaat voorbij. 54. Daarom is het belangrijk om jezelf te richten op de dingen die eeuwigheids-waarde hebben. Verkeerd leven loont op den duur niet, want het is maar een spiegel, waardoor je alles slechts jezelf 356 aandoet, is de boodschap van Abadja. 55. Om ons heen mogen sommigen dan verkeerd leven in onze ogen, maar dan kunnen we dus of helemaal wegzakken in de drama hierover, of het gaan beschouwen als een orakel, als een weerspiegeling van onszelf die nog niet begrepen is. 56. Alle dingen hebben zowel een positieve als een negatieve zijde in het verhaal. Dat is het geheim van de Edoms-spiegel van Abadja. 57. Er zijn twee soorten mensen : asceten en hedonisten (materialisten). Door ascetisme, soberheid, voorzichtigheid, wordt de mens aangesloten tot de oneindige natuurkennis. Materialisten worden aangetrokken tot materialisme, tot oppervlakkigheid en worden zo ook tegengehouden om tot de oneindige kennis te komen. 58. De aantrekkingskracht tussen mens en God was gebaseerd op ascetisme en niet het materialisme, want dat zou hun relatie vernietigen. 59. Materialisten zijn roekeloos, overmoedig, en grenzeloos, terwijl asceten gedisciplineerd zijn, bezonnen, met mate, en erg voorzichtig. Ze denken over alles wel meerdere keren na voordat ze ergens inspringen. 60. Ze zoeken niet naar snelle, goedkope en bedriegelijke oplossingen voor het gemak. Ze huiveren als ze het woord gemak horen, want ze willen diepte en echtheid. Ze zijn waakzaam en weten dat gemak het zou kunnen doven. Ze willen niet in slaap vallen. 61. Een belangrijke eigenschap van de asceet is dat hij zijn tong heeft gedisciplineerd. 62. Niet alles moet letterlijk waar zijn naar

357 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication