100. Het is het zand wat een splitsende kracht is, wat alles verdeeld tot hele kleine korreltjes. Niets kan nog groot blijven, en dan komt alles tot leegte. Sha, sai is leegmaken, splitsen, en scheppen. Ook Ga is een Egyptisch woord voor leegte, als een blokkade, waarvan de verdrinking een metafoor is in de Egyptologie (ga, g). 101. In de leegte komt niets gemakkelijk. De Israëlieten in de woestijn leden honger. Ze moesten alles verdienen. 102. Ik kom tot het Woord, Ik wil diepte, Ik kom tot het orakel van alle situaties waarin ik leef, En het orakel van mijn verleden, Hierin ligt het shamanistische medicijn opgeborgen, Geef mij kennis en inzicht hierover. 103. In het Egyptisch is de verdrinking het komen tot de hemelse papyrus, tot de ibis van het Woord, de logos. Zo kom je in de natuur. 104. De mens wordt zelf tot een ibis om in de diepere lagen van de hemel door te dringen, daar waar de havik van het oervlees niet kan komen. 105. De havik van het oervlees wordt verdreven uit de hemel wanneer de mens ontwaakt tot de diepere lagen van de hemel. De haviksmuur 106. De havik van het oervlees valt uit de hemelen, en zal zo als een bezetene hen achtervolgen die nog niet tot de diepere lagen van de hemel zijn doorgedrongen. 107. De havik van het oervlees zal grijpen wat hij nog kan krijgen. Dat is voor hem alles wat er is. De 413 haviksgeest van het oervlees staat voor het valse woord, het woord van de stad, van de verdichte, verletterlijkte materie, waardoor de mens gebonden blijft aan de stad. 108. De haviksgeest van het oervlees is het geloof in de onfeilbaarheid van menselijke overleveringen en tradities. 109. De haviksgeest van het oervlees houdt de mens in deze geestesziekte. 110. Al het materiële geloven zij, en hebben hun vooroordelen en definities van alles wat ze denken te zien, terwijl ze in gevangenschap van de haviksgeest van het oervlees leven. Alles wordt hen voorgekauwd. Ze leven in een vals visioen, een hallucinatie. Het is een zware drug. 111. De hemelse kennis komt de mens die door de haviksmuur heenbrak tegemoet. Ahn is in de woestijn van Juda, op zoek naar een nieuw leven. De woestijn is de brug tot de lucht, de hemel, de leegte. 112. Hij sprak : "Zij wie mijn leven zoeken te verwoesten, zullen zinken in de diepten der aarde." 113. Hij zocht naar het hemelse water ver buiten de stad en zijn familie. Hij had alles achter zich gelaten. Hij zocht naar de opname. De Here zou de tenten van Juda allereerst opnemen (yasha), opdat de trots van het huis van Ahn en van de inwoners van zijn woonplaats zich niet zou verheffen tegen Juda. 114. Ahn kwam tot het geheim waartoe de volkeren geen ingang hadden. De havikken botsten tegen de muren van dit geheim aan. 115. Als we zijn "verdronken" in de stad, en dan door de woestijn worden opgenomen, dan komen we tot de hemel van de verdronkenen, de wortel van
414 Online Touch Home