34. De hei is de armoede, Niets is afgemaakt, Zij hebben alles verloren, om de wildernis te bereiken, Alleen in naaktheid zult gij binnengaan, De wildernis uw enige bedekking 35. De tocht stopt halverwege, in de oorlog, Alles is hier half, Ergens anders gaat het pad verder, Het pad eindigt hier in de zee, De regen heeft alles weggewassen 36. Niets zal gaan tot het einde, Alles zal teruggaan tot het begin 37.Waar het rode zicht is, waar het zicht is door stromend bloed. Zij heeft geen kinderen, noch profeten. Voert daarom een Hemelse Oorlog, want alleen zulken zullen bij Haar zijn. 38. De ongehoorzamen zullen ten prooie vallen aan de roofdieren, en de deuren zullen voor hen gesloten zijn. Als blinden en lammen zullen zij weggevoerd worden tot de slachtbank, want zij hebben de Heilige Oorlogen verzaakt. 39. De gehoorzamen hebben zichzelf diep leren kennen door hun armoede, en hebben om nog meer armoede gevraagd. 11. Gevoed door de borsten der duisternis 1. Ja, het achtervolgt u, en de angst, en zeker ook het depressieve, maar gij zijt tot het zaad daarvan gekomen. 2. Gij dan hebt de angst gekend als een leugenaar. 3. Ik voel mij rustig en kan weer ademen. Hier maak ik mijn woning, en zal ik verder reizen. 4. De warmte spreekt tot mij, een ziedende warmte, van vreemd stekende planten, 5. maar wanneer zij steken voel je het zachte. Na hun winter kwam de 42 duisternis. 6. Oh, wat ben ik bedrogen. Ik ging van leugen tot leugen. In welk leger zal ik nu dienen ? Van leugen tot leugen reizen wij. Steek mij diep, en maak mij dronken, want tussen zulke leugenaars redt ik het niet. 7. Zij zitten achter mij aan. Die leugenwaterval, bij de bronnen der leugens. En ik viel in slaap. Ze steken hier zo zacht, zo zacht, ik wordt er dronken van, en ik kwam tot de diepere zeeen, en tot de oceanen, totdat ik een groot visioen zag, en ik kwam tot een eiland in de zee. 8. Stekende vissen zwommen hier omheen, maar zij staken slechts in zachtheid, om de visioenen te laten groeien. 9. Waar messen en speren gestoken zijn, totdat het verleden opengaat. Waar de markten staan. Gij kunt twee dingen doen, maar strek u uit tot het derde. 10. Ik heb u veel te zeggen, maar ook raadselen heb ik gegeven. Ik heb u laten drinken, en in het dodenrijk laten dalen. Ja, gevoed heb ik u door de borsten der duisternis. 11. Ik ben meer waarde dan het visioen, ik ben de duisternis. Kom tot mijn tenten. Ik zal u nieuwe namen geven. Ik heb u rust gegeven, een eeuwige rust. Ik heb u gehaald tot het dodenrijk, waarin gij nieuw leven hebt verkregen. 12. Ik breng boodschappen van verleden tijden naar boven. 13. Ik spreek tot de bergen en de heuvelen, en zaad dale op hen neer tot nieuw gewas. Een nieuwe schepping zal komen, geheel nieuw, en ook de goden worden herschapen. De duidelijke zin van het woord zal hersteld worden, en de taal. Ik zal integreren. 14. Mijn woorden zijn kracht en kennis, als het rode dat van de heuvelen druipt. Ik voer oorlog in gerechtigheid, en in kennis. Ik breng het rode tot de bergen en de rivieren. 15. Gij dan zult het rode der aarde voort brengen, het vuile rode van diep onder de grond, en het rode ijs. 16. Wie bracht jou naar de overkant, wie maakte jou als brandend zand. Zij raakte mij aan in moedertaal, de oplossing zoekend .… Zij brengt mij tot de dieptes van het bestaan … 17. Zij verbergen hun
43 Online Touch Home