13. Bloedende de hele nacht, Je betaalt een hoge prijs, Tot de morgen zul je alles dragen Honing na een wilde nacht 22. Zij die de juwelen van de diepe rivieren dragen hebben toegang tot het Grote. 23. Wacht dan op de tongen der morgen. Langzaam zul je alles weer vergeten, langzaam zul je alles weer herinneren, langzaam zal het je veranderen. 24. En op de velden zult gij leven vinden, en gij zult tot de melk komen. 14. Plaats van veren, nemende de lasten weg van mij, je leidt me naar de zachte, zachte rivier. Als het ritme van een lange verloren droom, dring je zacht door. Maar ik ben op de vlucht. 15. Het breekt, en dan gaat het terug in de geschiedenis. Hij is de woedende traan, en de traan van Altijd heeft hij tegen je gestreden, totdat je het verborgene ontdekt. Ik weet, je leeft in bevroren dromen ... ik weet je leeft in stenen verborgen … 16. Ik heb u veel te zeggen, maar ook raadselen heb ik gegeven. Ik heb u rust gegeven, een eeuwige rust. Ik heb u verteld over bomen en struiken, en hun geneeskrachtige werkingen. 17. Ik breng boodschappen van verleden tijden naar boven, en ziet, zij borrelen en dragen genezing, kennis en kracht. Ik spreek tot de bergen en de heuvelen, en zaad dale op hen neer tot nieuw gewas. Een nieuwe schepping zal komen, geheel nieuw. 18. De duidelijke zin van het woord zal hersteld worden, en de taal. 19. Mijn woorden zijn kracht en kennis, als het rode dat van de heuvelen druipt. 20. Zij was het dan die sprak : Laat dan de kinderen los, want gij kunt ze niet dragen. Bouwt dan de brug, opdat zij eens kunnen volgen, en zij niet vergaan. Zij leidde tot de rode hemel. 21. Zo is dan haar boodschap vol met raadselen. Ja, nieuw bewustzijn zal als een golf over u komen. 46 oorlog. 14. De afdaling in het ravijn 1. Het gaat er altijd langsheen, Zoveel woorden, Maar het glijdt er langsheen als een golf 2. Bestaat het wel ? Of is het alleen maar één van mijn dromen ? 3. Ik zie hen bruggen bouwen, Maar zij komen nooit aan Het zwom weg, 4. Het komt nooit meer terug, De weg zal nooit getoond worden 5. Ik zag hen torens bouwen, Maar aan hen wordt niet gedacht 6. Ik zag hen diepe gaten graven, Maar zij vonden het niet, Het was gehuld in een geheimenis 7. Tussen vele bloemen is zij als een steen, Het brengt ons terug tot de tenten, tot de wildernis.
47 Online Touch Home