495

vis is een beeld van de heilige verlamming. De vis heeft geen armen en benen. 49. Je verslaat de vijand niet zomaar door de vijand te 'doden' of te vernietigen. Neen. Denk aan Ahn die Saul op een hele andere manier versloeg, namelijk door een stukje van zijn kleed af te snijden. Dat wil zeggen dat we het bruikbare stukje van de vijand moeten afnemen terwijl hij slaapt. Doe er je voordeel mee. Niets is zwart-wit. Elke vijand draagt een stukje hemelse kennis wat we over het hoofd hebben gezien. 50. Wie is de vader ? De eeuwige traan, Het punt waarop de man breekt, Het punt waarop de man vader wordt, Het is het moment van opname. Het is het punt waarop de man verdiept, Het is het punt waarop de man aan zichzelf sterft, Verdrinkende in zijn eigen tranen. 51. Zoek de vader niet buiten jezelf, Maar als je eigen identiteit en bewustzijn, Geschonken door de moeder. 52. Wat is de moeder ? Het is de vermindering, de verhongering, Zij geeft nooit teveel, Zij leidt de mens tot de duisternis. 53. Hij kwam uit zijn diepe Adam slaap en zag de natuurvrouw. Alles moest hij achterlaten. 54. Als je gaat, ga je altijd alleen, en Adam moest tot de heilige slaap gaan, de heilige verlamming, opdat hij de natuurvrouw zou ontmoeten, oftewel de heilige verhongering, de verminderende en vereeuwigende kennis, het ware medicijn van de ziel. 55. Vermindering brengt vereeuwiging voort, zoals de moeder de vader voortbrengt. 495 56. We kennen allemaal het chronische, langdurige lijden van Job. Het was een zware lijdensweg van beproevingen die hij moest doorstaan, in een tocht door de verschrikkingen van de onderwereld die hij telkens weer maakte. 57. Het was voor de verdieping van de hemelse kennis, opdat hij inzicht zou krijgen in de diepere betekenissen ervan. 58. Job moest loskomen van de oppervlakkige bedriegelijkheden van het geestelijke, en moest komen tot de diepe bitterheden van de ziel, oftewel hij moest komen tot de geheimenissen van de duisternis. 59. Adam die uit de duistere aarde kwam werd tot een levende ziel. 60. Zo moest ook Job tot haar terugkeren, want hij was uit haar voortgekomen. 61. Zij kent de geheimen van de duisternis, het medicijn van de duisternis. 62. Zonder de twijfel kan de mens niet leven, want dan is de mens te zeker van zijn zaak, en stort alles in. 63. In de twijfel kunnen dingen groeien en ware vastheid vinden, want de twijfel is open, heeft ruimte. 64. Trek dingen meer in twijfel. Deze wereld is vastgeklonterd door betweterigheid, overmoedige pseudo-kennis. 65. Dat is de boodschap van de zus van de moeder, als de bijmoeder. Zij is het kritische denken als ons dingen worden opgelegd. In de stad leeft men in valse zekerheden, en daarom moet de mens terugkeren tot de heilige onzekerheid, weer de

496 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication