51

bloemen veld, Zij nemen afscheid en vertrekken, Als een witte bloem die vaarwel zegt 43. Laten we dan ook de moed opgeven voor hen die in deze wereld verstrikt zijn geraakt, en al onze reddingsacties opgeven, want onherroepelijk zullen we meegesleurd worden. 35. Wat had het halssnoer gedaan ? En wie was de verstrekker van dat halssnoer ? In het halssnoer was een traan in een steen. Hier golden de wetten van een bruut halssnoer. 36. In een wereld waar vuur en ijs, oorlog en vrede, dood en leven, hetzelfde is. Het is de wereld van een halssnoer. Een wereld waar je gemengde gevoelens hebt. Je wilt weg, terwijl je wilt blijven, want wat wacht buiten op je ? 37. Het is een gemene wereld, maar ze noemen het loon. Het is een harde wereld, maar ze noemen het zachtheid. Alles is hier omgedraaid, en alles is alles geworden, als in een vreemd vuur. 38. Het is de wereld van een halssnoer. Wie maakte dat halssnoer ? Maar een betere vraag is : Hoe kan het vernietigd worden ? En als het dan vernietigd is, krijgen we dan later geen spijt, omdat alles allemaal veel erger is geworden sinds het halssnoer er niet meer is ? 39. De wereld van het halssnoer is daar ... waar het licht duisternis is. 40. Het is altijd een verrassing voor iedereen wanneer die wereld zich opent. Zoveel verwarring, maar ook zoveel helderheid, daar waar de wildernis en de chaos de enige orde is. 41. Ik ken niemand die ooit uit die wereld ontsnapt is want er is geen ontsnapping mogelijk. Je kunt alleen maar wegzinken in allerlei verderf. De ontsnapping staat hier namelijk gelijk aan het dieper opgesloten worden. 42. Geef de moed maar op als je in deze wereld verstrikt bent geraakt, want hoe meer je er tegen verzet des te dieper je er in vastraakt. 51 44. Het is de wereld van hen die door het halssnoer zijn gebonden. 45. Een traan in een steen getuigt van de tragiek van het halssnoer. Want wie is het halssnoer ? Er is in de wereld van het halssnoer geen onderscheid tussen het ding en de persoon. 46. Feit is dat het halssnoer alle krachten moet harmoniseren, maar ten koste van wat ? Zou je niet moe worden van zo’n wereld. En waar staan wij ergens ? Waar gaan we naartoe ? Het hangt er vanaf in hoeverre onze ogen geopend zijn waar we leven. Onze zintuigen bepalen dat. Maar bovenal ons intellect, en dat intellect moet open staan, en niet zelfvoldaan zijn. 47. Wat nou opgewekt worden door een kus ? Dat is een oud sprookje. Hier val je in slaap door de kus, om ten prooi te vallen aan dromen. Hier is de kus de doodsteek. Maar .... leven en dood is hetzelfde, slapen is het waken, dus waarom klagen wij ? Is dit dan de weg naar het hogere intellect, of verliezen we dan ook het laatste wat we hebben ? 48. En dit alles door de traan, een rode traan, want die traan was van bloed. 49. En die traan zit nog steeds in de steen van het halssnoer. Op de heuvelen stonden zij, hen die gebonden waren door het halssnoer. Zij dreven elkaar naar het hogere intellect, waar de steek het zachte is, waar de slaap hen liet opstaan, en de wake het slapen was. 50. ‘Strik mij dan, als de strik de traan des levens doet ontwaken,’ sprak een jongen luid op de heuvelen. Zijn speer was gedecoreerd met de fijnste sieraden. Er was hier geen verschil tussen de valstrik en de levensweg.

52 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication