houdt in dat we op zoek moeten gaan naar tekenen die niet voor de hand liggen. We moeten leren bepaalde onderliggende, buitenaardse natuur patronen te ontdekken door de dingen heen. 46. In hele lage doseringen dient het als een medicijn. Het is dan goed gif. Wij moeten in ieder geval voldoende tegengif hebben om hier tegen bestand te zijn. 47. Voorzichtigheid is het ware medicijn, maar hoe ontstaat voorzichtigheid ? 48. De rode prisma laat de dualiteiten zien die de mens nodig heeft om opgevoed te worden. 49. In het hemelse ijs wordt de mens losgesneden van de valse netwerken, van de valse spinnen en hun webben. Hierin ontstaan de ware prisma’s, de hemelse prisma’s van het rode. In het rode ijs wordt het hemelse touw gemaakt van het rode, want er kan dan geen menselijke inmeng meer zijn. In dit ijs ontstaat ook het ware vuur, de ware netwerken. Die netwerken zijn in de mens zelf. Die netwerken zijn van de natuur. 50. De zee van ijs zal het zicht verscherpen. Hiermee zal het zicht van de volkeren kunnen genezen. 52. De mens moet de taal leren temmen, leren begrijpen, creatief leren omgaan met taal. De mens moet de taal leren melken. Talen zijn ook als spinnen. Ze zijn potentieel gevaarlijk. Daarom moet de mens het rode pad door de talen zien te vinden. 53. Gij moet de creativiteit van de taal niet aantasten. 54. Dan ontvang je een droom waarin je de overkant van de ijszee bereikt. 55. De mens moet zich dus uitstrekken naar de wedergeboorte in het ijs, en de wederopvoeding in het ijs. 56. De mens mag het niet rechtstreeks ontvangen, want dan zou het ijs voortijdig vernietigd worden, en dan zou de mens in een moeras van valsheden wegzinken. Het rode zicht kent verschillende leerregels, waarvan de eerste leerregel is : Niets komt rechtstreeks. Alles komt met omwegen. 57. Het gevaar van spinnen kan dus alleen bedwongen worden door ijs, wat zich ook uit in verhalen, er omheen draaien en zo langzaam tot de bron komen, niet rechtstreeks, want dan wordt je opgeblazen. 58. IJs is een metafoor van het loslaten, het afstand nemen, zodat eerst de tussenstappen en de strategieën bekeken kunnen worden. 51. Woord voor woord, kauwende, op zoek naar symmetrie, op zoek naar verbanden. Het één sluit het ander niet uit. De prisma toont verschillende gebieden en verschillende seizoenen. Het is een strenge etiquette, met diepe leerregels, op de rand tussen slapen en waken. 59. De bomen zijn een metafoor voor volharding, het vastwortelen. De mens moet leren volharden in het ijs, anders wordt de mens weer meegezogen door het sociale ego, meegetrokken met de spin. 60. De bomen zijn dus een beeld van de heilige gebondenheid, die bescherming geven wanneer er aanvallen van de stad zijn. 61. Deze volharding moet dus diep genoeg gaan, 550
551 Online Touch Home