556

144. Het oergeheugen is te vinden op in de rode prisma. van beestenhuid. Dit is niet letterlijk maar metaforisch. De beestenhuid beeldt de zonde uit. 145. Het is zwaar werk in het geheugen, zwaar en slopend. De dwazen willen goud. 146. De rode veer is een geheimenis. Eerst moet de mens met alles stoppen en door het hongeren en minderen komen tot het rode, tot de bronnen van de wildernis. De mens moet eerst loskomen van de goudlust van het dwazendom. 147. De mens moet genezen worden van goudkoorts. Het medicijn ligt in het rode. 'Mag ik wat van dat rode, dat rode daar ?' Ezau, de wildernis mens, gaf zijn eerstgeboorte recht ervoor op. Wat kon hem het schelen ? Hij hoefde geen aanzien in de stad. Hij gaf alles op, zoals de zoon des mensen, en zoals Paulus in de gevangenis. Alles wat hij wilde was het rode. Het is het geheimenis van de rode veer. Wachten wij op de rode vogels, of stoppen we ergens halverwege omdat het te lang duurt, en keren we weer terug naar de arbeid der dwazen, het lusten naar stads goud ? 148. Het touw boven de kroon is het verstand wat in de heilige gebondenheid is, het touw van het hoofd. Blijdschap is in het Egyptisch altijd verbonden aan wijsheid en inzicht. Blijdschap is de ontmaskering, de openbaring van het geheim. 149. Een ander woord voor blijdschap is mseka, wat ook kroon betekent, maar wat in principe een betekenis heeft, want het betekent ook beestenhuid, waarin de aan het ego gestorvene gehuld werd om zo opgenomen te worden. 150. Meska, mseka, is de jacht en de slacht van het kwade, het ego. Hier komt ook het Aramees voor messias vandaan : mseka, en wat dus de gehulde in beestenhuid betekent, als terugkerende van een geslaagde jacht op het ego. In het Egyptisch is blijdschap, mseka, dus de huidenjager, of de drager 556 151. De kroon waarnaar Paulus jaagt is de spotkroon. De hyena is een beeld van spot. De mens moet de spotkroon dragen en geleid worden door de hyena door de onderwereld. 152. De mens moet dus de parallellen van het leven leren begrijpen, want hierin ontwikkelt de mens zich. Het is de baarmoeder van het leven. Telkens weer vormen deze cirkels zich om de mens, als bloemen, en de mens moet de sleutel daartoe zoeken. Durft de mens de zee in te gaan, om het geheim van de golven te ervaren ? 153. Er is een komend oordeel over dwazen. Ik laat je kiezen tussen twee wegen : Blijf de dwaas wie je bent, of wordt een wilde. Keer terug tot de wildernis. Verlaat je huizen. 154. Dit houdt ook in de religies van de stad achter te laten en het te bekijken vanuit de natuur, te ordenen. 155. Vrede is in het Egyptisch het overzicht, en ook is het de borstmelk, als de openbaring van het geheim. Ook is het het voleindigen van een boek. 156. We moeten stoppen om ons leven afhankelijk te houden aan de stemming van de mensen. Mensen zijn zo wisselvallig als het weer. Als het van de mensen afhangt, dan overleven we het niet. We verwachten teveel van mensen. 157. Je leeft niet door de genade van anderen. De mensen mogen niet de fundamenten van je leven zijn. Mensen kunnen je niet gelukkig maken. 158. We worden vrij van mensenvrees en mensenbehagenis. We behagen de natuurkennis om zo de mensen werkelijk te zegenen en te helpen.

557 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication