Het lijden kan ons soms zo diep snijden dat we niets op waarde kunnen schatten, en ook dat is het lijden. 176. En dan kunnen we alleen maar lijden en aan onszelf sterven, of dan is het overleven. Dat is natuurlijk een hele uitdaging, maar soms zien we dat niet eens. Soms gaat alles langs ons heen. Soms moet het geluk en het uitzicht slapen, en dan heb je het gewoon niet. 177. Soms kunnen we nergens bij, en slaapt de kennis. 178. De mens is in een geestelijke oorlogsvoering. Ook dit is een geestelijke oorlog, en zijn het geestelijke oorlogen. 179. Amos moest gaan tot het Noorden, tot het tien stammenrijk. Het Noorden is in de Egyptische taal een beeld van het touw, en de kroon met het touw erboven. 180. De mensheid is diep opgesloten in de gevangenissen. De spin moet daarom heel diep steken om de mens weer los te krijgen. Ik was gestoken door een spin. Het verbond mij aan een andere, diepere wereld. 181. Ik had contact met de zee. Het was frisse adem. 182. De ziel is als wateren. Ik kwam in de rode bron. 183. Ik ontmoette daar een natuurvrouw die haarzelf 'mannin' noemde. Ze was Eva. Ze hoorde bij een stam van manninnen. 184. In de rode bron was leven. 185. Er was een vuur boven de wateren, een vuur boven de zee. 186. Het orakel is een touw om de mens te leiden. 558 187. Alleen langdurige volharding kan geboorte geven aan het touw. 188. Er is een rode bron. De aarde is een projectie. 189. De aarde is geheel vervormd. 190. Er ligt een grote zee tussen het lagere en de bron. 191. Allereerst kruizen stad en natuur in de bron, en dan dieper in de bron loopt alles over in de wildernis. 192. Als we dan naar de bruine brug kijken : bruin is de kleur van het verborgene, van de aarde, van het geheim, de bruine bloemen. 193. De natuur is vol van geheimen. 194. Alles gebeurt op de brug. Er is alleen maar leven mogelijk op de brug, en soms is die brug rood, en soms is die brug wit, en soms bruin. 195. De mens moet zo diep in het bruine gaan totdat het geheim wordt geopenbaard, en de mens tot het diepere Woord erin komt. 196. Tot onder het bruine zullen wij komen, waar de ochtend is vergaan, verdronken in een nieuwe nacht, waar iemand onder het bruine wacht. 197. Grotschilderingen in de duisternis, Wij worden hier beschilderd, Op grotschilderingen zullen wij veilig wonen. 198. Niemand zal zaken doen, er is niets meer, alles is voorbij. Alles gaat voorbij. Ik tuur naar vage herinneringen,
559 Online Touch Home