51. Er is geen vergeving, maar loon. Er wordt bevolen het offer volkomen te laten zijn, in de zin dat niets van de vijand achtergehouden mag worden. 52. Aan deze paal hangt geen plaatsvervanger, maar uw eigen vijandigheid. 11. Wat zoekt gij, oh mens, naar een verlosser ? Bent gij niet zelf uw verlosser ? 12. Gij zijt verdwaasd door uw eigen trotse overleggingen, Gij bent in uw eigen netten verstrikt. 13. De dwaas zegt in zijn hart : Er is geen hemel waarvoor ik zou buigen. Ook kent gij uw eigen zonde niet. 3. Een verbrokene en verbrijzelde veracht Gij niet 1. Het volk is het offer zelf. Vergeet het buitenste. In het verborgene moet er geofferd worden. Dit is het pad van bloed tot de hemel. 2. De cirkels moeten doorbroken worden. 3. Al deze beesten zijn slechts symbolen van de dwaalleer en de ongehoorzaamheid van het volk zelf. 4. De hemel zit achter de verbroken jonge man die diep weent om zijn zonde. 5. Zalig is hij die terugkeert tot de hemel in grote vreze en beven. 6. Een verbroken en verbrijzelde ziel veracht de hemel niet. 7. Nu, hebt gij het trotse beest gezien ? Vertraagt uw trots. 8. Drijf het tot stilstand in de zee van ijs. Doe uw werk. 9. Vinden zullen zij hem, en hem tot de hemelse zee van ijs drijven, Waar alle trots tot stilstand komt. 10. Wat zoekt gij, mens, naar een offer ? Bent gij niet zelf het offer ? 568 14. Oh mens, laat toch af van uzelf, gij strijdt een verloren strijd, Hoe vaak moet de hemel het u uitleggen ? 15. Nu komen de dwazen met vele verontschuldigingen, Maar geen van hen allen brengen gewicht op de schaal, 16. Zijn zij niet allen veren losgeslagen door de wind ? De dwaas heeft vele verontschuldigingen 17. De dwaas heeft vele verontschuldigingen in zijn hart, Maar vertelt de waarheid niet, 18. De dwaas heeft veel te verbergen. 19. Zij dromen van groot bezit en grote heerschappij, 20. Zij dromen van grote getallen dienstknechten en dienstmaagden, Zij zitten op een gouden troon. 21. Zij gokken voor geluk, Zij bezoeken de hoeren in de nacht, En gaan door het leven in groot lawaai, De stemmen verdrinkende in drank 22. Zij hebben het hoogste woord, Zij spreken in wartaal, verstrikt in hun eigen netten,
569 Online Touch Home