Hij kon nergens heen. 25. Het maakte een denker van hem, een filosoof, en in het land was er hervorming na hervorming. En daar bleef het allemaal niet bij. 26. Zijn droom was een paradijs, en hij wilde dat verwezenlijken. Er moest een einde komen aan het trauma. 27. Het hek van de tuin was hoog, met punten. Velen stierven daar. 28. Hij leidde hen naar een grot waar de steen was die hij bewaakte. Het bleek dat die steen ook nog voor andere dingen goed was. Vaak werden degenen die de steen aanraakten een stuk jonger. 29. Het bos achter de grot leidt diep, zeer diep, tot de geheimen van het bestaan en de verjonging, ja, zelfs de eeuwige verjonging. 30. Je moet diep komen, diep. Hier zijn de geheimen van de verjonging te vinden, in het diepste punt onder de grond. 31. Het diepste punt is een heel groot bos, met een heleboel geheimen. 32. Wil je wel weten wat anderen zijn vergeten ? Die waarheid is zoet en duister. 33. Het bos van het diepste punt der aarde, aan de rand van het grote niets. 34. Spreek in de bloem, en je zult je echo horen, maar het zal net iets anders zijn dan wat je gezegd had. 35. Alles wat hij zei werd gewoon door de bloem omgedraaid. Het geheim van de verjonging is over u. Er begon een sap uit de bloem te spuiten. Het was heel kleverig. 57 19. Het verboden vlees 1. Mensen werden in de wildernis van de onderwereld geplaatst. 36. Hij werd even helemaal warm van binnen, en de warmte begon snel door hem heen te stromen, heen en weer, heen en weer, als bruisende golven. Toen spoot de bloem een hemels woord uit. Neem dit woord mee naar de bovenwereld. 37. Zodra iemand zich ging bezig houden met het boek, dan kwam de nectar van de bloem in het hoofd van diegene, en dan werd diegene steeds jonger. 38. Er was één en al mist, en ergens stopte gewoon alles, alsof hij aan de rand van een rivier was gekomen, maar er was geen water. Het mos hield gewoon ergens op, en aan de rand stonden een heleboel bomen. Hij probeerde of hij de overkant kon zien. Er was zoveel mist. Hij begon zachtjes te roepen. 39. Er is daar inderdaad niets, maar achter het niets, daar wonen wij. Wij kunnen met een bootje over het niets om hier te komen, maar eigenlijk doen wij dat nooit. 40. Na een tijdje kwamen ze aan bij een bosstrandje, waar direct al hoge bomen achter stonden. Het bosstrandje was heel smal. 41. Het is hier bijna altijd duisternis.
58 Online Touch Home