685

energie verspilling. Straks is het allemaal weer weg, en wat dan ? Wat heb je dan bereikt ? Waar is het allemaal goed voor geweest ? 11. Wat zijn familie banden waard ? Alleen zij die de hemelse wil doen zijn familie. Aardse familie banden zeggen dus niets en zijn waardeloos. Je bent familie als je doel-kennis hebt, telos. En zulke familie moet je zoeken met een lampje. Zulke familie ligt niet voor het oprapen. Veel zogenaamde familie is allemaal een product van de wil van de mens, ziekelijke wilsmatigheid, als een sexueel overdraagbare ziekte, ja, als een miskraam. 12. Kennis is zeldzaam. Een dom mens heeft geen zintuig om complotten te onderkennen, laat zich dus heel eenvoudig manipuleren en intimideren. Een dom mens doorziet niet dat mensen en systemen die ogenschijnlijk onafhankelijk van elkaar schijnen te werken toch een eenheid kunnen vormen in de vernietiging van de mens. 13. Hoe absurd zijn de mensen om ons heen. Je moet er niet te lang naar kijken. Trek verder als je je les hebt geleerd, want dat is het leven niet. 14. De kennis vertraagt altijd weer. Als je heel diep in jezelf gaat kom je uiteindelijk ook weer bij de ander terecht. 15. De wil gebruikt geloof om zichzelf te bevredigen, maar kennis gebruikt onderwijs en filosofie om de mens los te snijden van al te gemakkelijke zelfbevrediging die op zich doelloos is. 1. De mens moet oppassen met vertrouwen, met het bekende, met gewenningen, want voor de filosofie is alles even vreemd en problematisch, met potentieel gevaar. Vertrouwen zou de mens doen indutten, het bekende, het 'oh ja, dat ken ik'. Neen. Je kent het niet. Het is vreemd. En pas er maar mee op. 2. Ik had een droom van een klein donker mannetje in het bos, dik, met een lichtgroen lichtblauwe monnikenpij aan. Hij danste bij een grote dennenboom waarin een grote vogel zat, om het te 15. De kerk vastgeraakt in voorouder verering 685 lokken. Hij had voer bij zich om de vogel te lokken. 'Kom maar, kom maar,' zei het mannetje, en veranderde toen in een omaatje met een knotje, een verwennend omaatje. Hij probeerde het vertrouwen te winnen van de vogel, die uiteindelijk kwam, maar toen was het mannetje weer in een monnikje veranderd, en greep direct de vogel bij de nek en liep ermee weg. Ergens in het bos kwam hij toen met de vogel aan bij zijn hol en ging toen over een laddertje naar beneden. Het mannetje begon met zijn hoofd te schudden, en schudde allerlei andere hoofden die hij had van zich af, en begon het van hem los te trekken, en toen begon hij ook lichamen uit hem te trekken, totdat hij een heel dun mannetje was geworden, nog steeds in die monnikenpij. Hij lokte dus wezens met vertrouwen en maakte ze zo als een deel van hem. Het was de geest van vertrouwen, een groot bedrog. Hij wrong zich in allerlei bochten, kon in van alles en nog wat veranderen, om andere wezens te strikken en deel te maken van zijn lichaam. Dat is wat wilszucht doet. Wij moeten niet vertrouwen, maar toetsen. Elke nieuw gevonden waarheid is ook weer een nieuw probleem, omdat het verkeerd gebruikt kan worden. De mens moet dus altijd voorzichtig blijven wat het ook is. Het is en blijft het vreemde en potentieel gevaarlijk. Elk nieuw gebied heeft zijn eigen valkuilen. Wees daarom op je hoede. Zelfs als er een nieuwe waarheid op je afkomt kun je het nog verkeerd interpreteren.

686 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication