691

worden aan de Rede, opdat wij tot filosofen worden, wat de waarlijke uitverkiezing is. 15. Toen Mozes ergens in de woestijn stopte om daar zijn eredienst te houden en tabernakel op te zetten in overmoed was het Immanuel Kant die hem stopte en zei dat het volk verder moest gaan tot het beloofde land, niet op te geven in het hongeren, want in het boek van Jesaja werd de komst van Immanuel letterlijk geprofeteerd als degene die boter (melk) en honing zou eten, als een beeld van het beloofde land. Immanuel zou het volk leiden tot het beloofde land. 16. Het betekent het terugkeren. Het is de Kantiaanse God die narcistische pseudowerkelijkheid door de filosofische prisma op diepte schat. allerlei betrokken hulp organisaties die de mensen opzochten en de mens van hun verslavingen afhielpen, zoals ook sex verslaving en verslaving aan verkeerde boeken enzovoorts. Ze zochten mensen aan huis op. Het waren Kantiaanse hulp organisaties die niet star en dogmatisch waren. 3. Er waren veel oorden van die hulp organisaties, en er was telkens veel natuur omheen waar mensen konden wandelen. Er was ook een gebouw wat een hele lange gang had en helemaal doorliep tot de ingangshoek van het station. 4. Mozes stopte te vroeg in de woestijn, en zei : 'Mensen, dit is het,' maar Immanuel Kant zei : 'Laten we verder trekken, mensen, dit is het nog 18. De Rede 1. Mozes zei dus tot het volk : Laten we hier stoppen om ons een stad te bouwen en een naam, maar Immanuel Kant zei : Laten we verder gaan en blijven hongeren in de wildernis, opdat we uiteindelijk tot het beloofde land van melk en honing zullen komen. Treffender kan deze profetie niet zijn. De mens moest nog meer minderen en nog meer loskomen van het materialisme, want het was het pseudo-terrein buiten het paradijs. Je kon hier niets vertrouwen. Daarom moest Immanuel Kant de mens tot een groter niets leiden. De mens moest loskomen van het overbodige, het pretentieuze. 2. Immanuel is verbonden aan de komende redding van het volk. Ik had een droom waarin ik in een Kantiaanse wereld was, een parallel wereld, waar ik vroeger ook veel over gedroomd heb. Er waren 691 niet.' Immanuel Kant zag het grote boeren bedrog, de leugen van de pseudo-realiteit die de kerk had opgezet, ook al hadden sommige kerkelingen een vleugje intellectualiteit. Het trekt door de menselijke overleveringen en tradities heen. Het is soms zeer bruikbaar, maar de mens moet verder. Immanuel Kant stelde in de jaren 1700 dat er veel grotere parallelle realiteiten waren, en dat de mens door alle verschijningsvormen om hen heen moesten prikken, maar wat zal er nog overblijven van die mensen ? In hoeverre zijn de mensen zelf verschijningsvormen die weg zullen vallen ? 'Boter en honig zal hij eten, zodra hij het kwade weet te verwerpen en het goede te verkiezen. Maar voordat de jongen weet het kwade te verwerpen en het goede te verkiezen, zal het land ontvolkt zijn,' stelt Jesaja over Immanuel, dus wij komen alleen tot het land van melk en honing als wij los zijn gekomen van de massa's. De mens wordt dus tot het uiterste beproefd. 5. Maar de mens wilde niet luisteren en volgde Mozes. Jeremia riep : Gaat uit van die stad, maar de mens wilde niet luisteren, en ze maakten zichzelf een afgod, zodat ze niet meer hoefden te leren. Ze maakten zoals Immanuel Kant zei 'van hun gebrek aan begrip een volkomen begrip', gewoon door de leegtes in hun rede op te vullen met voortijdige

692 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication