719

toe te passen, om niet ten prooi te vallen aan materialistische valstrikken. Mensen die Machiavelli bestuderen lopen dan ook door een gevaarlijk mijnenveld. 36. Machiavelli stelt dat elke politiek die opgericht is door omkoperij zal vallen. De ware politiek is dus een veel diepgaander en natuurlijker proces, terwijl omkoperij slechts een uiterlijk vertoon is wat geen diepte heeft en geen houvast, geen standvastigheid. Het heeft geen eeuwigheids-waarde. Omkoperij zal nooit een organisch geheel vormen. Dan is het gebouwd op bedrog. 37. Machiavelli stelt dat wreedheid alleen bij noodzaak toegepast mag worden, en niet overmatig, en dat verkeerde wreedheid zal vallen. Hetzelfde geldt voor weldaden. Ze mogen niet overmatig zijn want dan wordt het niet meer gewaardeerd en verliest het zijn smaak. Het mag alleen komen in kleine hoeveelheden. 38. Zowel macht als klasse en status quo moet sterven aan de kennis. Uiteindelijk wordt daarin alles opgelost. Alle belangrijkdoenerij, eerzucht en erfzucht, en goedgelovigheid wat dat met zich meebrengt moet daaraan afsterven. Dat is niet zomaar lomp afsterven maar een studie proces. Mens, ken uzelf. Mens, ken uw vijand. De ware vijand is onwetendheid. 39. Het gaat niet om materie, maar om kennis. Het gaat ook niet om woorden, maar om kennis. Materie en woorden moeten afsterven aan de kennis. 40. De koude oorlog in de jaren 1900 liet zien dat er geen hoop was voor zowel kapitalisme als communisme. Ze waren in hun orthodoxe, materialistische, letterlijke vormen totaal vastgevroren. Dit liep door tot de negentiger jaren waar toen het hermitatisme kwam opzetten. 41. Calvijn stelt dat in Kolossenzen Paulus ons leert, 719 dat we in alles opnieuw moeten oproepen tot dankbaarheid. Trouwens, hij waarschuwt ons, door zijn voorbeeld, met dankbaarheid niet alleen die dingen die de Heer ons toekent te erkennen, maar ook die dingen die hij anderen toekent. Hierbij moeten we erkennen dat alleen het zoonschap ons tot de ware God leidt, want zo ontstaat er een ware verbinding met de hemel, als wij opnieuw worden geboren. De kerk is niet dit zoonschap, maar het moet van binnen gebeuren. Calvijn stelt dat dit zoonschap zich uit in zowel dankbaarheid als gebed. 42. De mens moet communiceren met de kennis. Er moet een band zijn met de kennis, door het zoonschap. Dit was de enige remedie voor het versterken van de Kolossenzen tegen alle valstrikken, waardoor de valse apostelen probeerden hen in de val te lokken. Het gaat niet om dogma, maar om het kennen. 43. De mens moet de dood aan het zelf sterven, aan het ego, totaal, voor eeuwig, tot een eerstgeborene uit de dood, die zo de gehoorzaamheid heeft geleerd vanuit zijn lijden en sterven. 44. Calvijn stelt dat het om de diepere basis prediking gaat, en dat men niet de mensen en kerken naar de mond moet praten. Predikt men voor roem, of predikt men voor de kennis ? Alle roem moet sterven aan de kennis. 45. De onbesnedenen, in hun blindelingse volgzaamheid en goedgelovigheid, komen in een grote dronkenschap terecht waarmee ze uiteindelijk bewapend worden om deze smerige drug te verdedigen. Kom niet aan hun heilige drugs, want dan vliegen ze je aan, en zetten ze hun nagels in je. Ze zijn snel afgeleid, verstrooid in de rommel van roddel die ze volgen, verzot op nieuwtjes en geruchten. Onwetendheid is hun waarheidsstempel, gebrek aan onderzoek hun ja-knikkende getuige en notaris.

720 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication