730

realisme wilde weer aandacht voor de onderdrukte mens, voor het lijdensgezinde. 2. De mens was aan de verdovende middelen van de romantiek in slaap gezonken en moest weer ontwaken, nuchter worden, tot de rede gaan. 3. De mens moest onder ogen komen dat de waarheid naakt, diep en hard was. De mens moest opnieuw opgevoed worden door de realistische literatuur die er geen romantische doekjes meer omheen bond. Om de waarheid te ontmoeten moest de mens lijden, oftewel ervaren. De mens kon niet zonder pijn. Zonder pijn zou de mens namelijk in slaap vallen. Het realisme beschreef het lijden van de onderdrukte en laagste klasse daarom ook uitvoerig. Als het zou worden overgeslagen dan zou alles verloren zijn, dus had de literatuur hierin een grote taak. 4. In de jaren 1900 werden hier grote betonnen lagen overheen gebouwd, maar in de dertiger jaren is de put terug tot de jaren 1800. Het loopt zo door de twintiger jaren en de eerste wereld oorlog terug. 5. Mensen zijn zo vrolijk vanwege steekpenningen die ze hebben aangenomen. Ze hebben zich laten omkopen. 6. De ondergrondse mens, onderwereldse mens, of moddermens, is zwaar pessimistisch, strijdend tegen het bedriegelijke positivisme. 7. De ondergrondse mens trekt alles in twijfel, in strijd tegen de valse, overmoedige zekerheden. 8. De onbesnedene ziet geen grotere lijnen. Hij beschouwt bijkomstigheden als hoofdzaken. Dingen die van minder belang zijn acht hij als de belangrijkste. Ze overdenken niks, of niet diep genoeg. Altijd maar weer zien ze het tweede voor het eerste aan. 9. De mens moet terug. De mens moet weer een ondergrondse mens worden, een moddermens. 730 10. De mens moet dus terugkeren tot de fundamenten van het realisme in 1800, als antistof tegen de valse romantiek. De jaren 1800 leiden terug tot de natuur. De varkensvliegen 11. De varkensvliegen zullen komen. Want dit is een varkens probleem. Het is iets shamanistisch, want de varkensvliegen leidden de indianen in de geestelijke jacht (niet de letterlijke, aardse jacht op dieren), en lieten hen zien waar de wilde varkens en zwijnen waren, om hen tot een doelwit te maken. Zo streken de varkensvliegen op hen neer, als een voorteken van oordeel en doem. 12. Een oudere versie van Amos bestaat uit vier delen, en is puur metaforisch. Deel 1 gaat dan over de uithuwelijking van Amos. Uithuwelijking of profetische uithuwelijking kwam standaard voor. Denk aan de uithuwelijking van Hosea. Dit is dus geen menselijke uithuwelijking, maar een profetische uithuwelijking. Amos raakt in gevecht met een vrouw waarmee hij vervolgens moet trouwen. Als profeet zijnde kunnen dit soort dingen gebeuren. Het geschrift spreekt over een exogamie. De profeet is op een missie en moet met een vreemde vrouw trouwen, zoals Hosea. In het tweede gedeelte zien we een andere Amos. Amos komt bij een vrouw die twee dochters heeft. Er is in het tweede gedeelte geen sprake van uithuwelijking. De moeder zorgt ervoor dat Amos een band krijgt met haar dochters. Amos had ook een gevecht met deze vrouw, net zoals in het eerste gedeelte, wat ook weer terugkomt in het verhaal van Jakob op Pniël die een gevecht had met God. Zoveel verkeerde banden moeten er verbroken worden en nieuwe banden gelegd. Het staat metaforisch voor het testen van alle dingen, en dat de kennis ons zo tegemoet komt om ons mee te nemen. Dit gaat dus niet zonder het gevecht. Beide delen spreken dus allereerst van een gevecht met een vrouw.

731 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication