10. Hij definieert zichzelf niet teveel, keert vaak de andere wang toe, en vaagt weer weg als de golven van de zee. Je kunt hem niet navolgen. Je wordt weer op jezelf geworpen. De ware man, de ware jongen, de ware zoon, is een hongerende in de wildernis, altijd in gevecht met zijn vlees. 11. Je helden zullen nooit komen. Je moet zelf op pad. Er zit niets anders op. 12. Zijn wij bewust dat wij kind van het woord zijn, of zijn wij te volwassen en daarom niet vatbaar voor de het woord ? Wie is onze moeder ? 13. Er moet voldoende onderzoek zijn, zodat we geen blinde vuistvechters zijn. 14. De voorouders hadden zeker wijsheid, maar wij zijn de vruchten van de voorouders, dus moeten dit verder uitwerken. De wetenschap moet compleet worden. Al te uitbundige voorouderverering is onbesnedenheid. 15. De voorouders waren in diepe ballingschap. Zij waren slaven van een systeem. Verering van hun slavenmeesters is dus verraad naar de voorouders toe. Al die ingedutte kerken is dus puur verraad. 16. Dit is wat er gebeurt in de diepte : het lost zich vanzelf op, het vindt vanzelf een uitweg, een doorgang. Waarom ? Omdat het eindeloos en eeuwig is. Je kan het dus zo gek niet bedenken. Het is meesterkennis. Het stijgt boven alles uit, haalt alles in, omvat alles. 17. Een natuurvrouw had een lamsvel als rok. Het lam is een beeld van het vleselijke, en wel het immer klagende vlees. Altijd wil dit vlees vergeven worden, maar niks doen om het goed te maken. Vergeving is zo een middel om de meest gruwelijke dingen te doen voor dit lam, als het misbruik van het dogma van vergeving. 754 18. Er moet bij het gebed een honger zijn, een ledigheid. De mens moet alles voor het woord, voor de kennis opgeven. Het is dus een bede om deze honger. Hiervoor moet men de strijd aan gaan tegen de gulzigheid van het valse lam van onbesnedenheid, de valse religie, die wel liefde wil maar geen kennis, die wel vergeving wil, maar geen bekering. 19. Het gaat erom de lijdensbeker leeg te drinken tot de bodem, oftewel de onderwerping aan de tucht. Dit zijn hele andere moederborsten dan de borsten van de wereld. De moederborsten van de tucht zijn donker, opdat het vleselijke sterft. 52. Een leidsraad en richtsnoer voor de pelgrims 1. De mens heeft de tucht zo verworpen dat de mens terug moet komen tot de tucht door boetvaardigheid. 2. Het vlees staat tussen de mens en God in, en het vlees is onder God's oordeel. De onwetendheid wordt aangeklaagd en onderwezen. 3. Door het zoonschap kan het vlees overwonnen worden. 4. Wij hoeven geen kinderen van de onwetendheid meer te zijn, kinderen van het vlees, maar we mogen kinderen van het woord worden, door opgevoed en onderwezen te worden door het woord. 5. Het zoonschap gaat over het pad van lijdensgezindheid, het pad van het minderen, want er is zoveel om af te leggen.
755 Online Touch Home