830

IJverig dag aan dag, glijden zij langs alles heen, als een vis. De hemelse visser is liefde. Haar oordelen zijn waarachtig. Zij houdt van de hemelse visserij, maar haat de zonde. 4. Levende zijn zij dood, In hun groot bezit zijn zij arm, Ziet, zij zijn lauw, altijd halfslachtig zijn zij. 4. In haar liefdesnetten neemt zij hen op, Hier raken zij verstrikt. Hier kunnen zij niet verder, en de liefdesnetten trekken hen voort. Deze dagen zijn geweest. 5 Zij dragen een bewustzijn dat er niet is, Zij zijn in zichzelf vergaan. Hier worden de doden opgenomen. Zij dragen een geweten dat niet ademt. Levende zijn zij al dood, Hier is waar de eenzijdigheid toe leidt. 5. Omdat zij halfhartig zijn, is hun verstand afgeleid, in haar netten verstrikt geraakt, waar de leugen ten onder gaat, alles stroomt. 6. Alles stroomt door, De morgen bereiken zij niet, In duisternis gaan zij ten onder, Dat is waar de leugen leidt. 7. Achter netten zijn zij, Niet hoorbaar, niet verstaanbaar, Niet zichtbaar, niet voelbaar, Achter netten zijn zij, Zij kunnen ons niet horen of zien 8. Wij zijn in de dromen van de hemelse visser, Zij weeft een nieuwe aarde, De vissen in de zee, of in haar netten. 23. De vissen van Buli 1. Ze leven in hun eigen enge wereldje, Ze kijken niet verder dan het net waarin ze zijn, Ze hebben geen overzicht 2. Haar adem is als de zee, Zij is de hemelse rivieren, Zij trekt de vissen met haar mee 3. De morgen zullen zij nooit bereiken, In grote duisternis leven zij, Hen van de eenzijdigheid, als vissen zijn zij. 830 24. De druppels van Buli 1. Deze vissen van de zee, zo trots in hun selectiviteit, In eenzijdigheid zijn zij ten onder gegaan. 2. De oordelen van de hemelse visser zijn waarachtig en welaangemeten. Over zeeen heeft zij haar netten uitgeworpen, Zij houdt van de hemelse visserij, maar de zonde haat zij. 3. De leugen haat zij. Haar stem is als de donder. In het donkere beschermt zij haar kinderen en voedt

831 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication