845

4. Het is kennis die telkens weer terugkeert, cyclisch is, want de indianen hebben deze kennis opgeslagen in hun holenschrift. 5. Man en beest worden genoemd en benoemd, worden ontmaskerd. Alle hoogmoed van de mens moet vallen. De mens moet er van leren en niet overdramatiseren en overoordelen. De mens moet de diepte ingaan. 6. Soms is er een tijd van strijden, en soms is er een tijd van bouwen, van herstel. De mens mag de seizoenen niet omdraaien. 7. Als de mens buiten het oorlogsverbond om gaat bouwen, dan bouwt de mens voor de vijand. 8. Ook als de mens gaat bouwen buiten het studie verbond om, dan bouwt de mens voor de vijand. 9. Het geleid worden gebeurt door verbrokenheid, door het luisterverbond dat je hebt met de hemel. 10. Dat is een sobere strijd tegen het materialisme. 11. Door de gehele wereld stroomt een rivier van de dood, en het overblijfsel van geestelijken is opgesloten in kooien in deze rivier en bewaakt door rivierbeesten. Deze rivierbeesten zijn een beeld van de verharding en heerschappij van de zonde. 12. Het overblijfsel van geestelijken kon de rivier niet overkomen, en zaten opgesloten in de kooien van de rivier. 1. Breng ze over de rivier, hoorde ik een stem roepen. Ik had het gevoel dat ik de rivier overging en aankwam in het beloofde wilde land. 2. Het is dus iets wat zich herhaalt. Telkens moeten we weer terug de onderwereld in om het te verdiepen. 3. Vleselijken hebben het te eenzijdig en eenmalig gehouden, maar er ligt dus altijd een zekere spanning tussen het ‘alreeds’ en ‘nog niet’, en ook tussen het ‘eenmalige’ en ‘altijd weer’, zoals tussen het ‘ene’ en ‘veelvuldige’. Deze spanning is dus nodig om te kunnen leven. 4. Betekenis en diepte mag je er zelf aan geven. Je krijgt alleen het ruwe materiaal. 5. Zit er ergens een fijnere, rieten stof verborgen ? 6. Wat een lijden moet een mens doorstaan vanwege zijn kwaliteiten, zijn gevoeligheid, zijn dromen. 7. Wij mogen daarom worstelen om tot diepere betekenissen te komen. Elke dag is het weer een worsteling, ook elke nacht. 8. Wij mogen terugkomen tot de figuurlijkheid van dingen. 9. Het is goed om ergens bij te horen, maar het hemelse koninkrijk is niet van deze wereld, niet van het letterlijke. 10. Laat je niet verleiden door het letterlijke, want dat is het zwijnse zwelgen in aardse lusten die nergens toe leiden. 3. Elke dag een worsteling 845 11. De geestelijke oorlog is een toets oorlog. Oorlog voeren of toetsen, dat is altijd weer de vraag. 12. Wij moeten oorlog voeren, maar om te toetsen. Wij moeten hierin dus tot de hemelse ladder komen, opdat wij geen koninkrijkjes op aarde zullen

846 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication