903

36. Het is het recht maken van de paden, smaa. De sma is de gesel. Het is de verkondiger van het verhaal. Het is de zaadlozing van de natuurmens. 37. Seth in de wildernis werd ook genaamd Smi, ook een wortel van Is-smi-l, wat slager betekent. Smi betekende ook de stam van Seth. Shemi is de weggedrevene, hij die terug is gegaan, shm, wat ook weer terugkomt in Ishmael, en een Egyptische wortel ervan is. 38. Sham is vuil zijn, bedekt met moeder aarde, shm. De shum wortel is de kleine, de mindere, de hongerende (shuam, sham). Shmamu is het vreemde. Shmam is beloven, opgeven, offeren, bidden. De shma is een steen van het zuiden, wat ook vernietigen betekent, pervers en corrupt maken. 39. Soms is alles te steriel geworden, te stads, en moet het eerst corrupt, pervers en vuil gemaakt worden, in contact met de natuur. Het moet weer gecamoufleerd worden met moeder natuur. Dat is waar Seth voor stond in de Egyptologie, als de brenger van de oerchaos. 40. Seth, Smai, als de Egyptische I-smai-l stond voor de geweldadigheid. Dat is een toetsende, metaforische geweldadigheid in de geestelijke oorlogsvoering, uitgebeeld door natuur-elementen zoals storm, duisternis, wildernis. Ook was hij verbonden aan het vreemde. Hij was koppig, tegendraads. Hij hoorde niet bij de stad en bij de samenleving. Hij had zich afgezonderd. Ra had hem nodig in zijn tocht door de onderwereld. Seth was dus altijd dualistisch. Hij kon voor het goede staan, maar ook voor het kwaad. Hij stond voor de metaforische mutilatie. Hij was getrouwd met Nephthys en gaf geboorte aan Anubis, de zwarte wolf, hond (anup, jn-p, jn-peh). Ook had hij relaties met vreemde godinnen zoals Anat en Astarte. 41. Net als Ishmael was ook Seth een verstotene, 903 een verbannene, tot dieper in de wildernis, zoals Seth ook Smai werd genoemd. Zo kwam Smai tot het vreemde, en leerde horen, luisteren en gehoorzamen. 42. De oerchaos is het patroon die de ware realiteit draagt, en is het ingewikkelde beveiligingssysteem. Het kan niet lineair komen, want dan is alles verloren. Het is een zuiveringssysteem, als een bliksemafleider. Alles wordt zo geleid tot de waarde waarin het verwerkt kan worden. 43. Wee de mens die tot de normale stadsgoden komt in plaats van tot de vreemde wildernis. Als de mens niet verstoten wordt en iedereen spreekt maar wel over hem, dan is er iets goed mis. 44. Een mens in wanhoop is de ware vruchtbare bodem, niet de mens in valse, overmoedige zelfverzekerdheid. Daar kan niks meer bij. Valse hoop zou de mens nog teveel vast laten houden aan de stad. 45. Ook Ahn heeft deze tranen gekend. Het zijn de tranen van de verstoten Ishmael. Maar alleen zo komt de mens tot het vreemde. In tranen zal de mens het ontvangen, opdat de mens het niet leugenachtig zal kunnen maken. 46. De sobere had het juiste deel gekozen : de bedelkom. Hij gaf niet om eerstgeboorterecht, sociale status, familie posities. De sobere was de hongerende. Hij was de wildernis man. Hij stond niet te protsen in de stad. Nee, hij ging de eenzame wildernis in om op jacht te gaan naar de dingen die waren verloren en vergeten, om op zoek te gaan naar zijn ware identiteit. Hiervoor hongerde hij. 47. De sobere was een Ismaeliet. Hij ging geheel de rivier over, om te komen tot een geheel andere tent, van de geestelijke natuur. 48. De sobere ging door de droge vertraging, om zo

904 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication