hongertocht. Hij gaat veel, veel verder, veel dieper de wildernis in. Waar anderen stoppen gaat Calvijn rustig door. Dat maakt hem een interessante persoonlijkheid. Levensgevaarlijk, maar interessant. 20. Ik wil hem leren kennen, zijn goede dingen en zijn slechte dingen. Het inspireert me, het waarschuwt me ook. Het opent werelden voor me, en ook sluit het werelden voor me. Ik moet mijn pad hier zien te vinden. We zitten allemaal tot onze nek erin. Verdieping is de enige doorgang. Het is een moeras waar de mensheid niet zomaar uitkomt. De mens moet deze natuur leren kennen. 21. Ezau liet zijn identiteit besnijden. De valse, opgelegde identiteit moest eraf. Zowel man als vrouw dienen door deze besnijdenis heen te gaan. Het is een besnijdenis van het hart. Daarom moet de mens de put van Calvijn in om de opgelegde wil af te leggen, de uitverkiezing door de stad, om zo tot de uitverkiezing van de natuur te komen, die alleen de eenling uitverkiest. De wil is in die zin altijd ondergeschikt aan de natuurkennis. Niet de wil, maar de natuurkennis. 22. In die zin was Calvijn ook een na-middeleeuwse Ezau. Hoe lieflijk op de bergen zijn de voeten van hem die goed nieuws brengt, en zalig zij degene wiens voeten zijn geschoeid met de bereidvaardigheid van de geestelijke prediking. 23. Yeshua sprak : ‘Het gaat om de kennis die de sleutel tot behoudenis is.' Daarvoor moet alles opgegeven worden. Daarvoor moeten we bereid zijn ons eerstgeboorterecht op te geven, zoals ook Jezus en Ezau eens deden, en ook Jeremia. Jeremia ging niet uitgebreid de verjaardagsfeesten van de stad vieren, de stadse suikerfeesten. Neen. Hij vervloekte zijn geboortedag. 24. Jeremia zag wel in dat het leven in de stad één grote leugen was, en dat hij aan zichzelf moest sterven, opdat hij een deel zou zijn van de hogere 918 natuur. Hij snakte naar de natuurkennis, en gaf zijn valse identiteit op, net zoals Ezau en Jezus. De gehele religie die de stad had opgesteld was vals, en Jeremia vocht ertegen. Alles moest andere waarden krijgen, andere betekenissen. 25. Oh hoe armelijk en bedrieglijk waren die stadse geesten in de ogen van Jeremia. Jeremia kon het vuur van de natuur wat aan hem trok niet meer tegenhouden, een vuur waar ook Calvijn over sprak : Als je uitverkoren bent, dan kun je het niet meer weerstaan. Dat is de heilige gebondenheid. 26. Kan er dan nog zelfbedrog zijn ? Oh jazeker. Een klein beetje zuurdeeg maakt het gehele deeg zuur. Daarom moet de mens dieper gaan dan Calvijn, en er een waardig commentaar op geven. 27. Hoewel Calvijn zwaar orthodox was gaf hij ook de sleutels om aan de stad te ontkomen. 28. Dat is een missie voor de mens vandaag. De mens kan niet zomaar om de natuurdynamiek van Calvijn heen. 29. Hij was een man op het beest. Hij ging door tot de vergeten en verloren paden van Ishmael en Ezau, dieper de wildernis in, tot het Kaïnsloon. Was de mens maar zo vindingrijk. Calvijn stak met kop en schouders boven de mensen uit, maar was ook een schurk. Hij had de schatten der wilden geplunderd. Abadja profeteerde er al over. 30. 'Hoe Calvijn te overleven ?' Dat is tegelijk de vraag : Hoe Calvijn te leven. Calvijn was te groot en te diep om zomaar overboord te kieperen. Hij staat naast de groten zoals Yeshua en Paulus in de kerkgeschiedenis. Ook staat hij naast Mohammed. De mens moet er zicht op krijgen. 31. Adam ging op het beest van Ezau dieper de wildernissen van de onderwereld in om het te doorvorsen, te doorzoeken, om te gaan tot het
919 Online Touch Home