94

28. Hier moest de mens zwoegen. Zij beefden, waren onstabiel, en moesten daar rondzwerven. Uit dit deel van de onderwereld komt vlees voort. 29. Job was zoekende naar de tafel van God, goddelijke wezens, de plaats van de jachtmaaltijd in het Aramees. 30. Hij was zoekende naar de plaats waar hij zou worden klaar gemaakt voor de oorlog en de jacht, voor het oprichten van de wet en het recht. Het is de plaats waar zijn mond wordt gevuld met bestraffing en kastijding. 31. Op deze plaats zou Job in staat zijn God's woorden te horen en gehoorzamen, waaruit profetische liederen zouden voortkomen. 32. Ervaring zou hem laten overwinnen. 33. Zijn voet zou een institutie oprichten als een pad. Dit is het pad van Job, van de Thummim. 34. Ook Job komt in aanraking met de klaagsteen, het stof van het paradijs. 35. Wanneer wij de heilige halsketting hebben ontvangen, het paradijselijke hart, dan zal dit ons terugleiden tot de grond van het paradijs, de aarde van het paradijs, het stof en het vuil van het paradijs waarin wij gevormd worden. 36. Alles kwam voort vanuit de stof van het paradijs, en ook zouden we daar weer naar terugkeren. 37. Dit is waar het pad van Job naartoe leidt. 38. God wilde hem terug brengen naar het stof van het paradijs. 39. In het Hebreeuws is Job bewapend met de stof van het paradijs. 94 45. Wij moeten leven vanuit de stof van het paradijs. 46. Hiermee worden we bedekt, zinken hier in weg, om tot een strijder te worden, bewapend te worden, en ontwapend. Het is de plek van herschepping. 47. Het is de klaagsteen, het zand van de klaagrivier. Zo overwinnen wij het vlees. Wij komen van het vleselijke klagen tot het geestelijke klagen. 48. Het is als het thuiskomen. Hier kwamen wij uit voort, en hier zullen we tot terugkeren. Hier vinden we Urim en de Thummim terug. In het stof van het paradijs is afgerekend met de vijand. 49. Wij moeten de erfenis op waarde leren schatten en niet zomaar verwerpen, of in het tegenovergestelde : aanbidden. 50. Het voorgeslacht liet ons een gevaarlijke, 40. Job werd geleid om neer te liggen, te slapen, in het stof van het paradijs. 41. Job moest vuil gemaakt worden, anders zou hij in de onderwereld geen wapens hebben. De vijand verslagen door het stof van het paradijs 42. Het stof van het paradijs brengt tot rust. 43. Job's vlees was bekleed met vuil. 44. Het stof van het paradijs is het laatste oordeel, waartoe alles zal terugkeren.

95 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication