958

mijnenveld. 3. De logos, de natuurvrouw, is gekomen. Kom tot haar en luistert naar haar. Loop haar niet vooruit, maar blijf ook niet achtersteken. 4. Zonder de verdrukking zou de mens zich niet kunnen voortplanten en dus niet overleven. Hoe groter de druk, hoe groter de voortplanting en de overlevingskans. 5. Wij moeten hierin geleid worden door de hemelse rede. 6. De mens moet voorzichtig zijn met het zogenaamde 'kleinere goed' wat voortkomt vanuit het grotere kwaad. 7. De onwetenden zullen ten prooi vallen aan bijgeloof, en de bijgelovigen kenmerken zich door meer het van hen afwijkende te bestraffen dan de goefendheid in het goede te onderwijzen. 8. Omdat de hemelse rede en de geoefendheid ontbreekt heerst het vooroordeel dat heerst. Mensen worden al direct blootgesteld aan 'voorbestraffing' gebaseerd op het vooroordeel. 9. Begeerte die zomaar uit selectieve blijdschap of verdriet ontstaat heeft niet het nut van de algehele mens op het oog, en is dus een selectieve overmaat, wat alleen maar verholpen kan worden door de hemelse rede. 10. De hartstocht van de overschatting strijdt tegen de hemelse rede. Overschatting veroorzaakt trots, wat ook een valse blijdschap met zich meebrengt. Deze hartstochten krijgen vrij spel door gebrek aan hemelse rede. 11. Er is een overmatige liefde, en die moet geblust worden door de hemelse rede. Liefde kan dus als begeerte teveel van de mens zelf afleiden. 958 12. De liefde van het ego kan de bron zijn voor een heleboel andere buitensporige, overmatige hartstochten. Zonden zoals gierigheid en eerzucht zijn de ergste krankzinnigheden. 13. Het ego had de massa's nodig om te kunnen overleven, en omdat dat niet eenvoudig ging dwong het ego de massa's. Het ego was geheel afhankelijk van vermeerdering. 14. Daarom moest het tijdperk van de hemelse rede komen, en omdat er zoveel nadruk was gelegd op de massa's door het ego moest er gewezen worden op het pad van de eenling. 15. Alle monades, eenlingen, zweven om God, de logos, heen, en zijn bepaalde spiegelingen van God, want God is de enige ware eenling. 16. Geen enkele monade is dezelfde. Alle monaden zijn uniek, en zo kunnen ze ook elkaar uitleggen en aanvullen. 'Er kan maar één van iets zijn' wordt ook het monisme genoemd, weer van het woord 'monos'. Alleen zo is er de grootst mogelijke verscheidenheid en alleen zo kan het bestaan eeuwig zijn. 17. De overmatige pathos (emotie/ gevoel) moet afbranden aan de logos, de hogere rede. De overmatige pathos is dus noodzakelijk voor brandstof. De logos is de verbrander. Overmatige pathos is als overmatig zout wat het menselijk lichaam aanvalt. Vandaar dat de logos, de hogere rede, zo belangrijk is voor de mens. Ook overmatige eros, liefde en begeerte, moet afbranden aan de logos, want ook dat is een zout wat de mens aanvalt. Zo zijn er verschillende brandstoffen nodig om de logos te laten werken, want er is ook overmatige doxa (massa geloof), en zelfs overmatige apatheia (onverschilligheid). Als de logos in een mens niet gebruikt wordt en niet gevoed wordt, dan sterft de logos, en dan nemen pathos en doxa de mens over. En dan is ook overmatige aesthesis (smetvrees) een

959 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication