vergeten van het vorige. Het vierde visioen van Amos gaat over een korf met rijpe vruchten, wat het einde van Israël aankondigt, in de zin dat het oordeel rijp is. In de gnosis wordt dit geïnterpreteerd als het einde van het ego. De korf is het heilige krijgsgevangenschap van het toetsen waarin uiteindelijk het ego tot zijn einde komt. De moeilijke situaties die zich soms voordoen in het leven zijn gnostische sieraden die een esoterische betekenis hebben. Vandaar dat het gebonden is aan een bepaalde tijdsperiode. Het leest als een boek. Het maakt een inprint in het bewustzijn, en dan gaat het bewustzijn verder. We gaan daarom exotisch om met zowel de bijbel als de persoonlijke en collectieve geschiedenis. We zien de Egyptische en Babylonische ballingschap daarom ook als allegorieën van het heilige krijgsgevangenschap van het toetsen, waarover Paulus spreekt : 2 Korinthe 10 3 Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, 4 want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, 5 zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan God, 6 en gereed staan, zodra uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen. De mens ging uiteindelijk in de Katholieke ballingschap, en vandaag de dag leven wij in de Protestantse ballingschap. Dit zijn dus allemaal toets-dynamieken die de mens nog niet begrijpt. De protestantse ballingschap is de zogeheten vlucht-ballingschap, want de reformatie was puur opgezet om los te komen van het katholieke systeem, en daarin slaagde men niet geheel. In het ultravluchten, het vluchten van het vluchten van het vluchten, komt de gnosis de mens tegemoet en overweldigd de mens, waarvan de Katholieke ballingschap een allegorie is. Vandaar dat in de diepte de Protestantse ballingschap nog steeds de Katholieke ballingschap is. De mens is er niet in geslaagd te vluchten. 11 Zie, de dagen komen, luidt het woord van de Here Here, dat Ik een honger in het land zal zenden – geen honger naar brood, en geen dorst naar water, maar om de woorden des Heren te horen. 12 Dan zullen zij zwerven van zee tot zee, en van het noorden naar het oosten zullen zij dolen, om te zoeken het woord des Heren; maar vinden zullen zij het niet. 13 Te dien dage zullen de schone maagden en de strijdbare jongelingen in onmacht vallen van dorst, 14 die zweren bij wat de schuld van Samaria is, die zeggen: Zo waar uw god leeft, o Dan! en: Zo waar de bedevaart naar Berseba leeft! Ja, zij zullen vallen en niet weer opstaan. In hoofdstuk 8 profeteerd Amos dan over de komende honger, de komende Ramadan, een groot vasten. De mensen zullen zoeken naar de hemelse woorden, maar ze zullen het niet vinden. De poorten van de hemel zullen gesloten blijven, en liederen zullen worden tot geween. Eerst zal de mens namelijk moeten komen tot de woeste ledigheid om zo geheel los te komen van alle valse, bedriegelijke woorden en liederen. Eerst moet de mens tot diepe verbrokenheid geleid worden. Vanuit psychologisch opzicht bekeken is de strijd en prediking van Amos binnen hemzelf. Het
27 Online Touch Home