103

mond, maar toen trok ze het snel weg en begon te gillen. 'Het brandt !' gilde ze. Ik zag haar ineenkrimpen en haar trillende pols vastpakken. Weer werden er allerlei lades opengetrokken. Ik hoorde van alles ritselen en rammelen. 'Doe iets,' brulde een man bulderend. 'Zoek iets wat wel past.' Weer kreeg ik een klap op mijn hoofd met de moersleutel. Ik begon nog heviger te bloeden. 'Hij is immuun,' werd er gezegd. Ik had stekende koppijn. 'Utrechtse donder,' werd er weer gezegd. Toen lieten ze met rust. Ik was in een witgrijze dwangbuis aan een stoel gebonden. 'Kankerjezus !' hoorde ik iemand woedend roepen. Ik hoorde glas kapotgeslagen worden en iemand hysterisch schreeuwen. 'Sobibor !' klaagde iemand toen. 103

104 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication